"If every single living thing is different from every other living thing, then diversity becomes life's one irreducible fact. Only variations are real. And to see them, you simply have to open your eyes."
Liam Neeson als Alfred Kinsey in Bill Condons film Kinsey (2004), 12':29" - 12':42"
Zie de syllabus van dit college; zorg dat je deze leest!
Handboeken en naslagwerken; hulpmiddelen (zie voorbeeld)
Taalkundige termen in het Mandarijn en in het Nederlands
De talen van China
Drongo festival
Het grootste talenfestival van Nederland
Datum: 25 & 26 sep 15
Web: Drongo festival
Yuen Ren Chao, "Ambiguity in Chinese".
In: Anwar S. Dil, Aspects of Chinese sociolinguistics: Essays by Yuen Ren Chao, Stanford: Stanford University Press, 1976, pp. 293-308.
Oorspronkelijk verschenen in Søren Egerod en Else Glahn, red., Studia serica Bernhard Karlgren dedicata, København: Ejnar Munksgaard, 1959, pp. 1-13.
1. Naar aanleiding van vorige keer:
– voor sinologen: Op college zijn de namen van zeven Sinitische talen behandeld. Zoek de karakters erbij en leer deze uit het hoofd.
– voor japanologen: Ga na welk transcriptiesysteem doorgaans voor het Mandarijn wordt gebruikt. Hoe heet die transcriptie voluit, en waar komt deze vandaan?
– voor beide groepen: Maak voor bovenstaande opdracht gebruik van de handboeken op de plank Chinese taalkunde in de East Asian Library: direct bij binnenkomst rechts; of vraag aan de balie!
2. Lees de tekst. Noteer in de kantlijn waar je vragen of problemen in de tekst tegenkomt, Wij zullen die in het college behandelen. Neem eventuele aantekeningen mee naar de klas.
3. Verzamel of bedenk zelf gevallen van (a) synonymie; (b) homonymie; (c) polysemie.
Schrijf steeds apart de vorm en de betekenis op. Let daarbij op de transcriptie.
Zoek twee gevallen per taal voor het Nederlands, voor het Mandarijn en een derde taal naar keuze.
Als je de gevallen niet bedenkt maar verzamelt: schrijf de hele zin zo precies mogelijk op; schrijf datum, plaats en context erbij.
4. Zoek via internet (bibliotheekcatalogi, zoekmachines) antwoord op de volgende vragen:
5. Hoe heet het transcriptiesysteem dat Chao in dit artikel gebruikt? Waarom gebruikt hij niet gewoon Pinyin?a. Wanneer leefde Yuen Ren Chao?
b. Hoe luidt zijn Chinese naam?
c. Wat is de titel van zijn chef-d'oeuvre?
d. Wanneer verscheen dat werk? Hoe oud was Chao dus toen dat boek verscheen?
6. Zijn de volgende paren van uitdrukkingen voorbeelden van
a. een 'Z-relatie', dat wil zeggen wat Chao een skewed relationship noemt?
b. homonymie?
c. polysemie?
d. of: geen van deze drie gevallen?
- stroom 'stromend water' en stroom 'stromende elektronen'
- witbrood en wit brood
- een gezellig eettentje en een gezellig etentje
- sectie en sexy
- diep bukken en het leenwoord debuggen, uitgesproken met een [k] in plaats van de Engelse [g]
- yí ge rén 'één persoon' en yí ge rén 'in z'n eentje'
- yí ge rén 'één persoon' en yi ge rén 'een persoon'
- Tā géi wǒ mái bēr xiǎoshuōr. en Tā mái bēr xiǎoshuōr géi wǒ.
- brood op de plank in de letterlijke betekenis 'brood dat op een plank ligt' en brood op de plank in de overdrachtelijke zin van 'geld om van te leven'
- Wie heeft wát gedaan? (met klemtoon op wat) en Wie heeft wat gedaan? zonder deze klemtoon
7. Alvast ter oriëntatie op de mogelijkheden voor werkstukken:
- het Yùhú-project is door tweedejaars studenten Chinees uitgevoerd.
- kijk ook eens naar de pagina over het Hongkong-Kong-incident in 2012, waar vele (en heel verschillende) taalkundige aspecten aan zitten.
8. Hieronder staat een aflevering van Arnon Grunbergs voorpaginacolumn in de Volkskrant.
a. Lees eerst de tekst en ga dan na (zonder naar de onderdelen b en c hieronder te kijken) of je iets opvalt aan de formulering van de laatste zin.
b. Leg in je eigen woorden uit waarom oude en nieuwe allebei op -e eindigen.
Stel je bij de beantwoording voor dat je dit uitlegt aan een publiek dat het Nederlands niet als moedertaal heeft.
c. Doe over deze wijze van formuleren (minstens) één letterkundige en (minstens) één taalkundige uitspraak.
SAT Database Intro
"On 16 September between 14.00 and 15.00 Kiyonori Nagasaki (Tokyo) will present a practical introduction to the use of the SAT database..." > Read more
Datum: 16 sep 15
Plaats: Eyckh3/005
Uit Taal in wording
Volkskrant, 16 februari 2013, p. V6.
9. Overgebleven van vorige week: opdracht 8.
10. Herhaling / Test jezelf: lees onderstaande taalnamen op en wijs aan op de kaart het verspreidingsgebied van deze talen aan.
官話、吳語、閩語、粵語、客家語、湘語、贛語
11. Lees de teksten en noteer waar je vragen of problemen in de tekst tegenkomt.
12. Individueel
Diane – Maak een lijst van de in week 2 behandelde termen die nieuw voor je waren.
Geef van elke term een korte definitie in je eigen woorden, plus een eigen voorbeeld.
Deadline: vrijdag 18 sep 13u00. Let op:
- Niet digitaal aanleveren maar geprint op papier in mijn postvak, overloop eerste verdieping Arsenaal
- Dubbele regelafstand gebruiken
- Verzorg je tekst; denk bijvoorbeeld aan zaken als naam, datum en collegekaartnummer
13. Lees uit "Taal in wording" de twee opgegeven paragrafen op pp. 24 tot en met 26.
Ga daarbij ook na of je alle details van Figuur 1 begrijpt.
14. Schrijf definities uit van elk van de vier termen uit week 2 (synonymie, homonymie, polysemie en Z-relatie in je eigen woorden, maar met behulp van de begrippen in Figuur 1.
15. Lees eerst de Transcriptiewijzer. Maak dan van de oefening in § 4 de zinnen 1 tot en met 10. Op college zal je gevraagd worden deze zinnen op het bord voor te doen.
16. Lees "Computer leidt linguïsten terug naar de bron". Noteer eventuele vragen over de tekst en neem deze mee naar college.
Voor de liefhebber: de publicatie waar dit Volkskrant-artikel over gaat is:
Alexandre Bouchard-Côté, David Hall, Thomas L. Griffiths en Dan Klein, "Automated reconstruction of ancient languages using probabilistic models of sound change". Proceedings of the National Academy of Sciences 10.1073, 2013. <PNAS1204678110>.
17. In kolom 2, alinea 2 is sprake van veranderende woordklanken. Wat wordt bedoeld met deze "woordklanken", als je het formuleert met behulp van de begrippen die we zagen in Figuur 1 van "Taal in wording"?
N.a.v. deze term "woordklanken": ga ook na wat de status van de term "woord" in dit verband is.
18. Kolom 2, alinea 4: "Frans, Spaans en Italiaans": noem nog drie talen die van het Latijn afstammen. Waar worden ze gesproken? Hoe noemen we deze groep talen?
Hint: raadpleeg de handige hulpjes.
19. Kolom 3, alinea 1: "Volgens de onderzoeker is het de kunst deze patronen te ontdekken en ze vervolgens te gebruiken om bestaande taal 'om te keren' ".
Deze kunst combineert dus twee aspecten. Zijn deze nieuw? (allebei? geen van beide? – vergelijk ook § 2 van "Taal in wording")
20. Kolom 3, alinea 2: hoe past het Engelse voorbeeld hit bij de genoemde voorbeelden?
21. Kolom 3, alinea 2: "stamt het Portugees daarom vermoedelijk niet van dezelfde moedertaal af".
Ga na in hoeverre dit klopt, en/of hoe het bedoeld is.
22. Kolom 3, alinea 3: "voorspelbaar patroon".
(a) Wat is de technische term hiervoor?
Hint: zie § 1.2 van "Uit de geschiedenis van de fonologie" van Marc van Oostendorp van het LUCL.
(b) Zijn dit soort patronen ook in de traditionele Chinese wetenschap opgemerkt?
Hint: zie de levensbeschrijving van Chén Dì uit Wikipedia.
23. Kolom 4, alinea 1: "85 procent van de woorden die wij vonden, weken maximaal één karakter af".
(a) Hoe is zo'n "karakter" op te vatten in puur taalkundige zin? Zie ook de begrippen uit Figuur 1 van "Taal in wording".
(b) Bedenk in hoeverre de methode die hier wordt beschreven (althans: zoals de methode in dit Volkskrant-verslag wordt beschreven) het gevaar loopt van een cirkelredenering.
24. Op onderstaande foto is een Chinees zuiveldrankje te zien.
a. Ga na wat de naam van het drankje (letterlijk) betekent.
b. Leg in de termen van opdracht 6 uit van welk type dubbelzinnigheid hier sprake is.
Neem bij de beantwoording in overweging wat er speelde in het geval van yí ge rén 'één persoon' tegenover yi ge rén 'een persoon'.
Teksten en materiaal
Kees Torn: "N-E" uit de theatershow "Doe mee en win" (2004-2005)
Verpakking van Chinese speelgoedtank
Opdrachten
Format-eisen
Voor al het in te leveren werk geldt:
- Niet digitaal aanleveren maar geprint op papier
- Dubbele regelafstand gebruiken – behalve aan het eind van deze cursus, bij de definitieve versie van je werkstuk
- Lever in bij aanvang van het college van de aangegeven dag
- Je mag je werk ook voor die tijd in mijn postvak leggen –maar stuur in dat geval wel even een mailtje dat ik het daar kan vinden
- Ingeleverd werk krijg je retour voorzien van mijn aantekeningen
- Deze lijst van redactionele wijzigingstekens kan helpen bij het lezen van mijn opmerkingen
- Je kunt altijd een afspraak maken om e.e.a. na te bespreken
- Verzorg je tekst; denk bijvoorbeeld aan zaken als naam, datum en collegekaartnummer
Inleveropdracht
Kijk eerst de transcriptieoefeningen van week 3 nog eens na.
Lees ook de format-eisen hierboven.
Maak vervolgens de opdrachten 11 tot en met 20 op de volgende webpagina:
Het gaat dus om de tien zinnen onder het kopje "Oefeningen (2)".
Lever deze zinnen schriftelijk in bij aanvang van het college van maandag 28 september (week 4).
25. Bestudeer het nieuwe materiaal: het Nederlandse video-fragment en de Chinese verpakking.
Noteer waar je vragen of problemen tegenkomt.
(a) Aan het begin van het fragment (0'06"-0'12") legt de cabaretier uit wat er taalkundig aan de hand is met het het liedje dat hij gaat zingen.
Formuleer nu zo helder mogelijk je eigen uitleg: wat is het recept van dit liedje?
Maak waar nodig gebruik van de termen en begrippen die we in de afgelopen weken hebben behandeld.
(b) Is syntax (0'12") een Nederlands woord?
(c) Sinologen: maak volgens het recept van dit liedje twee Nederlands-Mandarijnse zinnen.
Japanologen: maak volgens het recept van dit liedje twee Nederlands-Japanse zinnen.
27. Over de verpakking van de Chinese speelgoedtank:
(a) Corrigeer alle fouten in de regels 1 t/m 16.
Geef minstens twee verschillende redenen voor zulke fouten.
(b) Zet de Chinese tekst in r. 4 om in traditionele karakters.
Ga na hoeveel mogelijkheden er bij deze conversie zijn voor het eerste karakter.
(c) Geef van de tekst in regel 4 een Pinyin-transcriptie en een vertaling.
(d) Beschrijf uit welke elementen de Mandarijnse uitdrukking voor 'springveer' is opgebouwd, en hoe deze elementen zich tot elkaar verhouden.
Hoe noem je deze elementen?
Tot welk onderdeel van de grammatica behoort dit type beschrijving?
(e) Zoals je weet, kun je in het Mandarijn bepalingen vormen met én zonder het onderschikkingspartikel de: hǎo (de) pěngyou 'goede vriend', Túěrqí (de) miànbāo 'Turks brood', enzovoort.
Sinologen: dit is bekende grammatica. Ga voor de zekerheid na of je het betekenisverschil onder woorden kunt brengen.
Japanologen: het principe, incusief de strikte woordvolgorde, zal niet onbekend klinken. Het Japanse onderschikkingspartikel no werkt op bijna dezelfde manier.
Iedereen: Check bij twijfel § 3.3 in Grammatica van het Mandarijn (bibliotheek EAL: op de plank taalkundige naslagwerken).
(f) Verklaar nu in je eigen woorden hoe het komt dat het onderschikkingspartikel de 的 niet voorkomt in regel 4: noch tussen 发 en 条, noch tussen 发条 en 坦克.
28. Bedenk (minstens) twee onderwerpen om een werkstuk over te schrijven. (Achteraf wijzigen mag! Het gaat nu alleen om het bespreken van de mogelijkheden.)
Geef bij elk onderwerp een werktitel plus een concreet talig voorbeeld (een concreet woord, een echte zin, enzovoort).
Japanologen, let op: dit college beslaat vijf EC-punten. Dit betekent dat voor vergelijkende onderwerpen (Japans-Chinees) de ruimte vrijwel altijd ontbreekt.
Kies dus een enkelvoudig onderwerp. Kom bij twijfel langs om de mogelijkheden te bespreken.
Uitsmijter
29. In de Dirkjan-strip hiernaast (klik voor details) wordt een verband gelegd tussen de woorden van de secretaresse en de agenda in het laatste plaatje.
a. Hoe zou de tekst in het tweede tekstwolkje van het eerste plaatje er uitzien in een taalkundige transcriptie?
b. Waar komt het Nederlandse woord secretaresse vandaan? En kun je ook de etymologie van het Mandarijnse woord voor 'secretaresse' uitleggen?
Ter info
Drongo festival
Het grootste talenfestival van Nederland
Datum: 25 & 26 sep 15
Web: Drongo festival
Teksten
Winnifried Bauer, "Some languages have no grammar".
In: Laurie Bauer en Peter Trudgill (red.), Language myths. London: Penguin, 1998, pp. 77-84.
Opdrachten
Vooraankondiging
Op maandag 12 oktober (week 6) volgt als inleveropdracht een eerste aanzetje tot het werkstuk.
Maak voor die tijd een afspraak om over je ideeën te praten.
30. Individueel
- Thijs – Lever de opdrachten 26 t/m 29 schriftelijk in.
Deadline: vrijdag 2 okt 13u00. Let op:
- Niet digitaal aanleveren maar geprint op papier in mijn postvak, overloop eerste verdieping Arsenaal
- Dubbele regelafstand gebruiken
- Verzorg je tekst; denk bijvoorbeeld aan zaken als naam, datum en collegekaartnummer
31. Overgebleven van de vorige keer: opdracht 29(b).
32. Lees de Schrijfwijzer zorgvuldig en breng eventuele vragen hierover mee naar de klas.
Bedenk steeds hoe de aanwijzingen in deze tekst kunt toepassen op het/de onderwerp(en) van je eigen werkstuk.
33. Lees de bijdrage van Bauer.
Maak aantekeningen van eventuele vragen over of problemen met de teksten en neem deze mee naar het college.
34. In de eerste alinea van p. 77 worden vier onderdelen van de taalkunde genoemd in termen van rules.
Geef gangbare Nederlandse namen voor elk van deze onderdelen.
35. "If Spelitzian had none of these, then when two speakers of this 'language' were talking, the listener would not know what the speaker intended." (p. 79).
Aan de andere kant: echte talen "allow the precise communication of complex messages" (p. 79).
Hoe precise is die precise communication precies?
36. Onderscheidt het Nederlands dezelfde soorten 'wij' als het Maori?
En hoe zit het met het Mandarijn?
37. "If you hear the Spelitzian sentence for 'Give me some water,' you can be pretty sure you can use the same pattern for 'Give me some food.' " (p. 83).
Wat voor type uitspraak is dit?
En is deze uitspraak waar?
38. Over dezelfde passage: wat voor soort patterns zijn hier bedoeld?
Uitsmijters
39. Bekijk het Youtube-fragment over The Longest Words in the English Language
(een kopie in FLV-formaat staat hier).
a. Hoe wordt de lengte van woorden hier gemeten?
b. Op welke taalkundige manier(en) kan lengte gemeten worden?
40. Hieronder staat een aflevering van Ton van den Booms taalcolumn in Trouw.
a. Lees de tekst.
b. Ga na dat de titel dubbelzinnig is: minstens tussen een niet-taalkundige en een taalkundige lezing.
Hoe zou die laatste lezing er in transcriptie uitzien?
c. "Jiddisch is het in ieder geval niet."
Waarom zou de lezer dat kunnen vermoeden?
Intro
Deze week lezen we opnieuw een hoofdstuk uit Language Myths van Bauer & Trudgill.
Dat dubbele ontkenningen onlogisch zijn is eigenlijk geen mythe. Het is eerder een waarheid als een koe.
Taal gedijt bij het overtreden van de regels van de logica. Zo kun mensen dankzij hun taal tegelijkertijd naakt en niet naakt zijn.
Tekst
Jenny Cheshire, "Double negatives are illogical".
In: Bauer & Trudgill 1998, pp. 113-122.
Opdrachten
Vooraankondiging
Op maandag 26 oktober (Blok 2, week 1) volgt als leesopdracht een artikel over het Mantsjoe.
Dit artikel, "Why the sinologue should study Manchu" van Erich Hauer, staat in Blackboard klaar onder Course Documents.
Je kunt dus alvast met lezen beginnen. De opdrachten bij deze tekst volgen later.
Tweede inleveropdracht
Lever opdracht 46 hieronder schriftelijk in bij aanvang van het college van maandag 12 oktober 2014 (week 6).
41. Lees de bijdrage van Cheshire. Neem ook hierover je aantekeningen mee naar het college.
42. Vertaal het gedicht op p. 113 in het Nederlands.
43. Van wanneer dateert het laatste citaat op p. 113 ongeveer?
44. Op pp. 114 begint een korte uiteenzetting over de toepasbaarheid van de formele logica op de betekenissen van taal.
Cheshire's conclusie is duidelijk: "it is very rarely appropriate to think in terms of logic when looking at language use" (p. 115).
a. Leg uit op welke manier de hierboven al even genoemde TNT!men een voorbeeld vormen van deze taal-semantische onlogica.
b. Lees mee hoe het Genootschap Onze Taal voor de Nederlandse uitdrukking op een haar (na) "de vreemde situatie" beschrijft dat "twee woordgroepen die het tegenovergestelde betekenen, inmiddels als synoniemen worden gebruikt".
Wees er op voorbereid om ook de onlogica van dit geval op college in je eigen woorden na te vertellen.
c. Noem nu zelf een voorbeeld, in een taal naar keuze.
45. In "Double negatives are illogical" komen verschillende talen aan bod.
Kun je die gegevens aanvullen met voorbeelden uit het Mandarijn?
Zie ook het Engelse voorbeeld in The war that changed the world
46. Het wordt tijd om een aanzet tot je werkstuk inleveren. Raadpleeg hiervoor ook je aantekeningen bij het college van week 4 en week 5.
Houdt dit begin van je werkstuk thematisch beperkt; uitbreiden kan altijd nog.
En zoals eerder gezegd: kom gerust langs om plannen en ideeën te bespreken, maar wacht daarmee niet tot het laatste moment.
- Formuleer in ieder geval een duidelijke onderzoeksvraag
- Je mag desgewenst meerdere onderwerpen voorstellen om later uit te kiezen
- Maximale lengte is 1 vel A4 per onderwerp
- Zie de format-eisen hierboven!
- Raadpleeg als FAQ de Schrijfwijzer
- Verwerk minimaal één voorbeeld! – d.w.z. een woord, zinsdeel, of zin uit de taal die je behandelt
- Schrijf geen opzet van je plannen, maar maak direct een stukje lopende tekst dat je later ook kunt gebruiken
Zorg dat je binnen de collegeperiode minimaal twee voorlopige versies inlevert.
Hoe meer voorlopige versies je inlevert, des te meer commentaar dat oplevert; tussendoor inleveren kan altijd via postvak Wiedenhof (maar leg je werk niet in de retour-map!)
De verplichte versies voor dit werkstuk gelden als eerste versies; geen herkansing na de deadline.
Deadline voor het werkstuk: zie syllabus, zoals besproken in de eerste bijeenkomst.
47. Uitsmijter 1
Geef van de betekenis van de verordening op de foto minstens drie interpretaties in een taalkundige transcriptie.
Voorschoten
Provinciale weg N447
3 maart 2013
Klik op het bord om de tekst te vergroten
48. Uitsmijter 2
Bij de productie van Rob Marshalls film Memoirs of a geisha (2005) werd intensief samengewerkt tussen Amerikaanse, Japanse en Chinese acteurs die Engels, Japans, Mandarijn en Kantonees spraken.
In een "Geisha Bootcamp Featurette" bij de film geeft de Supervising Dialect Coach enkele indrukken over de manier waarop taalproblemen in dit project werden aangepakt.
a. Schrijf op welke specifieke en welke algemene beweringen er over taal worden gedaan in dit fragment (8':06" - 9':18" van de Featurette).
b. Voorzie elk van deze beweringen van je eigen commentaar.
Ter info
IPA-symbolen intypen
Nieuw toegevoegd onder Handige hulpjes:
Dubbele ontkenning
Een voorbeeld uit de praktijk:
- Razia Iqbal, The war that changed the world: India [audio: rond 09'14"], BBC Documentary Archive, 8 Nov 14
In: Journal of the North China Branch of the Royal Asiatic Society, Volume 61.
Shanghai: Kelly & Walsh, 1930, pp. 156-164.
Onderwijsontwikkeling: Voor toekomstige afleveringen van deze cursus
Literatuur ter overweging:
Andrew Jacobs, Manchu, Manchu, former empire’s language, hangs on at China’s edge – NYT, 11 jan 16.
49. Bij de bespreking van de werkstukplannen (zowel klassikaal als individueel) bleek dat niet iedereen de korte Schrijfwijzer had gelezen.
Voor wie dit niet gedaan heeft: lees deze handleiding zorgvuldig en noteer resterende vragen.
Aandachtspunten voor de behandeling op college:
- taalkundige transcriptie
- onderzoeksvraag
- methodologie
- begeleiding: logistiek
- schrijfwerk: verhaallijn
- schrijfwerk: citaten
- glossen
Neem je tekst, mijn commentaar en jouw ideeën over het vervolg mee naar de klas.
50. Bekijk op de website van de International Phonetic Association de informatie over het internationale fonetische alfabet.
Bekijk daar met name de twee tabellen getiteld "Consonants (Pulmonic)" en "Vowels".
Probeer zelf in IPA de (of: jouw eigen) uitspraak op te schrijven van Nederlands goed, slecht; Engels good, bad; en Mandarijn hǎo, huài.Probeer zelf na te gaan volgens welke systematiek deze tabellen in elkaar zitten.
Bijvoorbeeld: wat staat er op de horizontale as? en op de verticale as?
51. Lees Erich Hauers artikel. Zoek er zelf achtergronden bij over de Mantsjoes en hun taal.
Voorbeelden van kijk- en leestips:
- bRowenaLi: The Words of the Emperor [video]
- Manchu Studies Group: About the Manchus and the Manchu language
- Elisa Nesossi: Why the Manchus matter – In conversation with Mark Elliott
- Manc.hu: Qing-dynasty texts online & at your fingertips
52. Op p. 156 staat dat het Mantsjoe voor de Jesuïeten een "comparatively easy language" was. Hoe zou dat komen?
Tip: vergelijk ook p. 157.
53. Op p. 158 is sprake van "interlinear" Mantsjoe-Chinese-teksten.
百聞不如一見: zie Fresco Sam-Sins videopresentatie voor een goed voorbeeld.
54. Ook op p. 158: "Manchu students whose mother tongue had been the Chinese language". Is dit een drukfout? En/of hoe moeten we dit plaatsen?
55. Ga op p. 158 na of je genoemde plaatsnamen ook herkent.
Hoe heten deze plaatsen tegenwoordig?
56. Op pp. 160-161 worden enkele eigenschappen van het Mantsjoe omschreven in klassieke grammaticale termen.
Ga na wat deze termen betekenen, en probeer je steeds voor te stellen over wat voor verschijnselen het gaat.
Noem (minstens) twee redenen waarom de tekst hier lastig te lezen is;
plus een reden waarom we de tekst juist hier zouden moeten doorgronden.
57. Hauer vertaalt op pp. 162 elk van de volgende Chinese eigennamen (twee namen van poorten, vijf van regeertitels) twee keer.
Volgens hem is via de overeenkomstige Mantsjoe-namen vast te stellen dat in het Chinees steeds de eerste betekenis onjuist is, en de tweede betekenis juist:
Mandarijn Eerste betekenis Tweede betekenis Mantsjoe (volgens Hauer 1930) Opmerking Pīnyīn Karakters 1. Tiānānmén 天安門 'Gate of Heavenly Tranquillity' 'Gate of Heaven's Peacemaking' Abkai elhe obure duka zie plattegrond 2. Déshèngmén 德勝門 'Gate of Victory of Virtue' 'Gate of Having Conquered by Virtue' Erdemu i etehe duka 3. Shùnzhì 順治 'Favourable Sway' 'Obedient [to Heaven] Keeping in Order [the Realm]' Ijishûn Dasan zie keizerslijst 4. Kāngxī 康熙 'Lasting Prosperity' 'Tranquil Peace' Elhe Taifin 5. Qiánlóng 乾隆 'Enduring Glory' 'Heaven's Having Holpen' Abkai Wehiyehe 6. Guāngxù 光緒 'Brilliant Succession' 'Expansive Imperium' Badarangga Doro 7. Xuāntǒng 宣統 'Wide Control' 'Manifest Fundamental Laws' Gehungge Yoso Ga na uit welke elementen de Chinese namen zijn opgebouwd, en hoe deze elementen zich tot elkaar verhouden.
Een voorbeeld: in Tiānānmén 'Gate of Heavenly Tranquillity'
- betekent tiān 'hemel' en ān 'gerustheid;
- deze hebben in tiān+ān 'hemelse gerustheid' een onderschikkend verband: een bepaling gevolgd door een kern;
- dit tiān+ān 'hemelse gerustheid' treedt in zijn geheel op als bepaling bij de kern mén 'poort'.
Deze opdracht is van hetzelfde type als nummer 27(d) hierboven.
Ga dus eerst nog even na: om wat voor elementen gaat het? En tot welk onderdeel van de grammatica behoort dit type beschrijving?
Het verschil met opdracht 27 is dat we dit type analyse nu gebruiken om na te gaan hoe de eerste en de tweede betekenis precies van elkaar verschillen.
(a) Voor iedereen: extra tips bij de uitwerking.
- Het gaat in deze opdracht primair om de verhoudingen tussen de elementen.
Dus bijvoorbeeld de eerste betekenis van 天安門 Tiānānmén, zoals boven uitgelegd: twee keer een onderschikkend verband.
- Maar let op: de (on)mogelijkheden van zulke verbanden hangen sterk samen met de betekenis van de elementen zelf.
Voor Hauers tweede betekenis van Tiānānmén is bijvoorbeeld duidelijk dat 安 ān niet als 'vrede' wordt opgevat, van zichzelf niet naamwoordelijk is, en dus ook een ander verband heeft met de twee andere elementen.
Om te checken of Hauers vertalingen van het Chinees (kunnen) kloppen, moet je dus sowieso met een goed woordenboek aan de slag.
Voor sinologen zal dit meestal een Chinees-Engels woordenboek zijn. Japanologen kunnen Chinees-Japanse woordenboeken gebruiken.
(b) Voor wie colleges Mantsjoe volgt:
Hauers Mandarijnse transcripties zijn niet overal even zorgvuldig.
Check nu zijn Mantsjoe-transcripties.
Ga na of de vertalingen in de kolom "Tweede betekenis" kloppen met de Mantsjoe-namen.
Wees er op voorbereid om deze namen op college waar nodig aan je medestudenten toe te lichten.
Deze week lezen we over een kleine groep Chinezen in Nederland, de Hakka's, die vrijwel allemaal uit Suriname afkomstig zijn.
Het artikel "Kejia" komt uit een bundel artikelen waarin de enorme verscheidenheid aan talen in Suriname tot in alle uithoeken wordt belicht.
In: Eithne B. Carlin en Jacques Arends, red., Atlas of the Languages of Suriname.
Leiden: KITLV Press, 2002, pp. 232-248.
Illustratie afkomstig van p. 244: "Chinese man with Creole woman" (detail)
In: NRC Handelsblad, 7 mei 2005, p. 4.
Amsterdam: Bulaaq, 2004, derde herziene druk 2012.
Ook op plank handboeken in Oost-Azië Bibliotheek, eerste verdieping Arsenaal.
Op maandag 9 november (week 3) houden alle deelnemers een korte mondelinge presentatie over het onderwerp van het werkstuk.
De eisen voor de presentatie in week 3 zijn als volgt:
- Geef in de presentatie minimaal een onderzoeksvraag, een werkwijze (methodologie) en een voorbeeld van het onderzochte taalgebruik – niet noodzakelijk in die volgorde
- Houd er goed rekening mee dat per presentatie maximaal vijf minuten beschikbaar zijn; oefen en klok dit van tevoren!
- Je moet een geprinte handout aan elk van de deelnemers uitreiken: breng twaalf stuks mee
- Powerpoints mogen wel, maar alleen na tijdig overleg; gezien de beperkte tijd is het schoolbord handiger
- Je (denkbeeldige) publiek heeft geen sino-/japanologische voorkennis – zorg dat bijvoorbeeld een student Archeologie of Rechten je verhaal kan volgen.
Zoals eerder gezegd: kom gerust langs om plannen en ideeën te bespreken, maar wacht daarmee niet tot het laatste moment. Een afspraak maken via email werkt meestal het handigst.
58. Lees de nieuwe teksten en neem ze samen met je aantekeningen mee naar de klas.
59. Kun je iets vinden over de achtergrond van eerste twee auteurs uit de lijst van drie hierboven?
Welke familienaam heeft de eerste auteur?
60. Wat betekent tjauw min?
61. Doe een vergelijkende uitspraak over de Chinese talen die vroeger en tegenwoordig in Suriname werden en worden gesproken.
62. Ga na
63. Welke Chinese talen behalve de bovengenoemde worden er nog meer door Chinezen in Nederland gesproken?
64. Uit welke plek(ken) in China komen de meeste Chinezen in Leiden?
65. In de eerste paragraaf legt de auteur uit hoe hij de termen "Hakka" en "Kejia" onderscheidt.
66. "Sranan" (p. 234): herken je iets in dit woord?
Waar komt deze taal vandaan? Op p. 236 wordt deze taal een "lingua franca" genoemd: wat is dat?
67. Wat wordt op p. 234 bedoeld met chain migration?
68. Op p. 235 wordt verteld dat "Kejia syntax and lexicon are rarely apparent in these letters". Hoe zou dat komen?
69. Wat is op p. 237 intra-ethnic communication?
En wat zijn op p. 245 intrasentential switches?
70. Kun je de titel van de afgebeelde krant vertalen?
71. Op p. 239 wordt de Language atlas of China genoemd.
Is daarvan een exemplaar aanwezig in Leiden?
72. Beschrijf in je eigen woorden zo nauwkeurig mogelijk het verschil tussen [w] en [v] op p. 240.
73. "In Kejia the Middle Chinese yinshang and yangshang categories have merged, as well as the yinqu and yangqu categories" (p. 240).
74. Lees over de splitsing tussen yin- en yang-registers de bespreking in Grammatica van het Mandarijn, pp. 16-17 goed na.
Volgt de voor het Hakka gegeven nummering het "missie-systeem" of de academische notatie?
75. Wat wordt er op p. 241 bedoeld met "the inchoative meaning of Surinamese Dutch gaan 'go' "?
Ken je hier voorbeelden van?
76. Hoeveel leenwoorden staan er in voorbeeld (12) op p. 247?
Stemfrituur
n.a.v. onze bespreking van het verschil tussen intonatie en toon in Blok 1, week 6:
Wikipedia: Creaky voice
In: Marina Yaguello, Language through the looking glass: Exploring Language and linguistics.
Oxford: Oxford University Press, 1998, pp. 113-129
77. Iedereen heeft ondertussen een of meerdere keren commentaar gekregen op de werkstuk-vorderingen.
Op maandag 9 november geeft elke deelnemer een korte presentatie over het onderwerp van het werkstuk. Deze presentatie wordt ook beoordeeld als deelopdracht ("referaat").
Aandachtspunten:
- Geef in de presentatie minimaal een onderzoeksvraag, een werkwijze (methodologie) en een voorbeeld van het onderzochte taalgebruik – niet noodzakelijk in die volgorde
- Houd er goed rekening mee dat per presentatie maximaal vijf minuten beschikbaar zijn; oefen en klok dit van tevoren!
- Je moet een geprinte handout aan elk van de deelnemers uitreiken: breng twaalf stuks mee
- Powerpoints mogen wel, maar alleen na tijdig overleg; gezien de beperkte tijd is het schoolbord handiger
- Je (denkbeeldige) publiek heeft geen sino-/japanologische voorkennis – zorg dat bijvoorbeeld een student Archeologie of Rechten je verhaal kan volgen.
78. Individueel
Ben – Lever je antwoorden (graag kort & puntsgewijs!) van opdrachten 59 t/m 76 van week 2 schriftelijk in.
Deadline: vrijdag 6 november 13u00. Let op:
- Niet digitaal aanleveren maar geprint op papier in mijn postvak, overloop eerste verdieping Arsenaal
- Dubbele regelafstand gebruiken
- Verzorg je tekst; denk bijvoorbeeld aan zaken als naam, datum en collegekaartnummer
79. Lees het hoofdstuk en neem je aantekeningen hierover mee naar de klas.
80. Verklaar de titel van het boek:
81. Uitsmijters: Geef oplossingen voor het Amoy-raadsel en voor het barbecuesaus-raadsel.
In: Marina Yaguello, Language through the looking glass: Exploring Language and linguistics.
In: Jeroen Wiedenhof, Meaning and syntax in Peking Mandarin, pp. 17-19
Leiden: CNWS Research School, 1995.
In: Achteraf. Amsterdam: G.A. van Oorschot, 1999, pp. 129-131.
Eerder verschenen in Het Parool, 2 juni 1990. – met dank aan Maghiel van Crevel
82. Individueel
Jasper – Bereid je drievoudige semantische beschrijving van het Nederlandse nu voor voor presentatie in de klas.
83. Deze sessie gaat hoofdzakelijk over eerder opgegeven materiaal; de voorbereiding zal daarom minder tijd in beslag nemen dan je gewend bent.
Gebruik de vrijgekomen tijd om deze week goede voortgang te maken met je werkstuk.
Vooraankondiging
Op 23 november (week 5) volgt de laatste inleveropdracht: een actuele tekstversie van het werkstuk.
84. Deze tekst is toegevoegd naar aanleiding van een aantal kwesties in jullie werkstuk-projecten.
Voor polysemie bespraken (vanaf week 2) wij het idee van overlappende betekenissen voor dezelfde vorm.
Dit roept de vraag op of overlapping van meerdere verwante betekenissen ook een grootste gemene deler (in het Engels: common denominator, p.18) oplevert.
Ga na hoe deze vraag in de tekst wordt beantwoord.
85. Wat is een démarche? (p. 129).
86. Ben je het eens met de parafrases van Die démarche heb ik geen spijt van. en van Die juffrouw Teunisz moet ook niet veel aan wezen.?
Zo ja: geef een overeenkomst en een verschil aan tussen de oorspronkelijke zin en de parafrase.
En zo nee: geef aan waarom niet.
87. Op p. 130 geeft Van het Reve aan dat hij nog nooit een grammatica van het gesproken Nederlands heeft gezien. Jij wel?
Zo ja: geef bibliografische gegevens en ga na hoe dit werk is ontstaan.
En zo nee: geef aan waarom de Nederlandse taalkunde wel, of niet, gebaat is bij zo'n grammatica.
88. Op dezelfde pagina heeft Van het Reve het over "een paar duizend bladzijden gesproken Nederlands".
Ken je de technische naam voor zo'n verzameling?
Bestaat zoiets tegenwoordig al voor het Nederlands?
En voor het Mandarijn?
89. "Thuis typt hij dat uit. Dat is erg moeilijk, maar het kan." (p. 131). Waarom is dat moeilijk?
90. Geef een eigen voorbeeld van de "vele andere constructies, waar tot nu toe niemand op gelet heeft" (p. 131).
91. Speelt de problematiek die Van het Reve in dit stukje aankaart ook voor het Mandarijn? Japans? Kantonees?
92. Materiaal dat nog behandeld moet worden:
check of je dit verschijnsel herkent in je eigen omgeving, en neem eventuele vragen over deze materie mee naar college;
93. In taalkundig werk worden voorbeelden vaak gepresenteerd in drieregelige vorm:
eerst een transcriptie van de oorspronkelijke uiting, daaronder een regel met glossen, en tot slot een lopende vertaling.
Lees hierover §5 uit de Schrijfwijzer nog eens na.
Wie behoefte heeft aan meer details over de middelste van de drie regels kan terecht bij de Leipzig Glossing Rules van voorheen het Max Planck Institute for Evolutionary Anthropology.
Check of voor je eigen werkstuk het geven van voorbeelden in deze vorm nuttig zijn, en zo ja: oefen hiermee. Neem eventuele vragen mee naar college.
Bron: Bouwformatie (2014) |
NRC Handelsblad, 3 november 2007, bijlage Wetenschap & onderwijs, p. 43
uit de Schrijfwijzer
van voorheen het Max Planck Institute for Evolutionary Anthropology.
94. Lever op 23 november een nieuwe tekstversie in met enkele pagina's over je onderwerp.
Lever de tekst uitgeprint aan in aan het begin van het college, of leg het werk voor die tijd in mijn postvak.
95. We komen aan het begin van het college nog even terug op het glossen van voorbeelden (was oorspronkelijk: opdracht #93, maar nu iets gewijzigd).
In taalkundig werk worden voorbeelden vaak gepresenteerd in drieregelige vorm:
eerst een transcriptie van de oorspronkelijke uiting, daaronder een regel met glossen, en tot slot een lopende vertaling.
Lees hierover §5 uit de Schrijfwijzer nog eens na.
Wie behoefte heeft aan meer details over de middelste van de drie regels kan terecht bij de Leipzig Glossing Rules van voorheen het Max Planck Institute for Evolutionary Anthropology.
Neem minstens één compleet gegloste zin uit je eigen onderzoek (in het kader van je werkstuk) mee naar college.
Als glossen in je werkstuk onnodig is: verwerk dan één zin naar keuze uit De onverboden stad tot een gegloste voorbeeldzin.
96. Het artikel van Van Maris was geschreven naar aanleiding van een nieuw boek van de geïnterviewde.
Ga na wat je kunt vinden over diens achtergrond: opleiding, publicaties, aanstellingen, belangstellingen?
97. In r. 21 lezen we:
"Dit onderscheid tussen inhoudswoorden enerzijds en functiewoorden en functionele elementen anderzijds komt in allerlei taalverschijnselen voor.".
Hoeveel inhoudswoorden, functiewoorden en functionele elementen komen er in die zin voor?
98. Vertel in je eigen woorden wat er in de rr. 51-53 wordt bedoeld met het onderscheid tussen "concrete betekenissen" en "abstracte betekenissen".
Vergelijk hierbij ook r. 111 en rr. 243-250.
99. Is "het onderscheid tussen inhouds- en functiewoorden" (rr. 63-64) een westerse traditie, of vinden we dit onderscheid ook in Chinese taalkundige analyses?
100. Kunnen we over het nuttig effect van ontleningen (rr. 92-93) concluderen dat dit ontbreekt voor de Engelse leenwoorden cool, shit en yes! in het Nederlands (r. 101)?
Leg uit waarom wel/niet.
101. Bedenk zelf (dus: niet uit dit artikel of uit handboeken) voor elk van de elementen in de ontleningshiërarchie van rr. 106-110
- minimaal één voorbeeld in het Nederlands (dus: ontleend uit een andere taal)
- minimaal één voorbeeld in het Mandarijn (dus: ontleend uit een andere taal)
^ tot hier voor 23 november (week 5)
102. In het artikel van Van Maris staan in het kader "Versprekingen" twee voorbeelden.
Eerste observatie-oefening:
Noteer deze week zelf minimaal twee zinnen waarin een verspreking voorkomt van een moedertaalspreker in een taal naar keuze.
103. In de regels 120-127 wordt een patroon beschreven van de vermenging van twee talen.
Tweede observatie-oefening:
Probeer deze week een tweetalig persoon (desnoods jezelf, als je tweetalig bent) te betrappen op dit patroon.
Schrijf de gevonden zin(nen) uit in drie regels op de inmiddels bekende manier: vorm, glossen en betekenis.
Op het college kan je gevraagd worden zinnen op het bord te demonstreren.
104. "De functiewoorden zijn grotendeels opnieuw geconstrueerd" (r. 149); wat wordt hiermee bedoeld?
105. In rr. 174-177 worden voorzetsels voorgesteld als een "tussencategorie" tussen inhouds- en functiewoorden.
- Hoe zit dat in het Mandarijn met bijwerkwoorden (coverbs)?
- Zijn er ook "echte" voorzetsels in het Mandarijn, d.w.z. zijn bijwerkwoorden in deze taal te onderscheiden van voorzetsels?
- Zo ja: hoe? En zo nee: waarom niet?
106. Volgens rr. 185-187 zijn "functiewoorden meestal korter dan inhoudswoorden".
- Kan het ook andersom? Geef voorbeelden in een taal naar keuze.
- Op welke manier(en) kunnen we meten dat de ene uitdrukking "korter" is dan de andere?
107. In rr. 198-200 staat "dat het werkwoord de spil is waaromheen de zin wordt opgebouwd." Geef commentaar:
- met betrekking tot het Nederlands - als het klopt, geef dan een voorbeeld; en als het niet klopt, hoe kan de bewering dan kloppend worden gemaakt?
- met betrekking tot het Mandarijn - als het klopt, geef dan een voorbeeld; en als het niet klopt, hoe kan de bewering dan het best worden bijgesteld?
- met betrekking tot Nederlandse kindertaal (zie voor voorbeelden het kader "Kindertaal" onderaan)
108. In rr. 254-266 worden de klankeigenschappen van functiewoorden in het Nederlands en in het Quechua besproken.
- Waar wordt het Quechua gesproken, en door hoeveel sprekers?
- Hoe zit het met de klankeigenschappen van functiewoorden in het Mandarijn?
109. Wat betekent de bewering dat woorden zoals ja, hallo en auw "geen grammatica" hebben (rr. 299-300)?
Memory of memory?
De uitspraak van de rechter in Amsterdam spreekt juridisch voor zich:
"geen sprake van gebruik van een teken voor waren of diensten, maar van een beschrijving van het aangeboden spel".
Kun je dit verschil ook in termen van woordsoorten formuleren?
Achtergronden
110. Vandaag kun je je werkstuk inleveren, maar dit is niet verplicht.
Geheugensteuntjes:
De eindversie van het werkstuk dient afgedrukt op papier (postvak Wiedenhof) én digitaal () te worden ingeleverd. Beide dienen voor de deadline binnen te zijn.
- Zie voor de deadline en de voorwaarden verder de syllabus.
Neem je agenda mee naar college. Wie wil kan in de studieweek (blok 2, week 7) nog een extra afspraak maken voor de laatste loodjes van het werkstuk.
111. Vandaag behandelen we de resultaten van de observatieoefeningen 102 en 103.
Neem je uitgeschreven resultaten mee naar het college.
Tussenwerpsels in het Mandarijn van Taiwan
Myrthe Kroon
Myrthe volgt in Leiden de Research Master in Linguistics.
Zij schrijft haar MA Thesis over tussenwerpsels in het gesproken Mandarijn van Taiwan. Vandaag vertelt zij over dit boeiende en verrassende onderzoek.
112. Ter orientatie op deze presentatie:
- Ga online na: wat zijn dat eigenlijk, tussenwerpsels –of zo je wilt: interjecties?
- Houden deze zich aan het klanksysteem (de fonologie) van een taal?
- Behoren ze (deels, geheel of niet) tot de prosodie?
- Is een spannende vertraging in het spreken ook een tussenwerpsel? En een bewuste pauze?
- Wat voor soort(en) betekenissen drukken tussenwerpsels uit?
- Wat wordt er bedoeld en/of kan er bedoeld worden met "Tussenwerpsels... staan los van de rest van de zin"?
|
laatste wijziging: 25 november 2015 | home