BA2-cursus 2021-2022

Chinese taalkunde: Taalvariatie

 

Jeroen Wiedenhof

"If every single living thing is different from every other living thing, then diversity becomes life's one
irreducible fact. Only variations are real. And to see them, you simply have to open your eyes."

Liam Neeson als Alfred Kinsey in Bill Condons film Kinsey (2004), 12':29" - 12':42"

Inhoud

Algemene informatie

Tijd en plaats

Tijd: maandagen 15u15-17u00

Plaats: VRIESHOF 4 / 007

Campusprotocol van de Universiteit Leiden i.v.m. het COVID-19 virus

    • Dit protocol is niet vrijblijvend, en geldt per 30 aug 21
    • Updates staan op een aparte webpagina van de instelling

 

Behandelde stof

Week 1 (ma 13 sep 21)

Inleiding

Formaliteiten

Zorg dat je deze leest!

Naslag

Warming up

  • De talen van China

  • Taalkunde: intro, deelgebieden & grensgebieden

  • Taalkundige termen in het Mandarijn en in het Nederlands

Audio & tekst

  • Behandeling van vragen

  • Behandeling van opdrachten

Audio & tekst

illustratie: Landzicht Houtsberg (2021)

Opdrachten

Schriftelijk voorbereiden! Raadpleeg de huisregels

Full steam

Het artikel "Full steam" is een beschouwing over geopolitieke ontwikkelingen in de Zuid-Chinese Zee uit het Banyan-blog van The Economist.

1.  Lees de tekst.

2.  Zoek bij alle Chinese eigennamen (= plaats- & persoonsnamen) de karakters en de uitspraak (Pinyin met tonen), en noteer deze.

3.  Geef in je eigen woorden weer wat de "goofy post-race interviews" in r. 2 vanuit sociolinguïstisch perspectief inhielden.

4.  Aan het eind van de eerste alinea is sprake van het Tanka-volk.

Check over dit volk:

a.  of zij op de lijst staan van minderheden (shǎoshù mínzú 少数民族) van de Volksrepubliek China;

b.  om hoeveel mensen het ongeveer gaat;

c.  wat voor taal/talen zij spreken, en tot welke taalfamilie die behoort/behoren;  

d.  hoe zij zichzelf noemen, in hun eigen taal/talen;

e.  hoe zij in het Mandarijn heten (karakters & Pinyin).

 

Uitsmijter

Paralympische spelen

De Paralympische Zomerspelen "2020" zijn een jaar later, van 24 augustus tot en met 5 september 2021 gehouden in Tokio.

In de medaillespiegel, het totaal aantal behaalde medailles per land, stond China bovenaan en eindigde Nederland op de vijfde plaats.

5 a.  Hoe zeg je 'Paralympische Spelen' in het Mandarijn?

Noteer uitspraak (Pinyin met tonen), en (waar relevant) ook een meer letterlijke betekenis.

b.  Waar kun je de informatie van vraag 5a het best halen?

c.  Wat is de herkomst van de Nederlandse term? En van de Mandarijnse?

d.  Hoe zit de Nederlandse term in elkaar? En de Mandarijnse?  

e.  Tot welk taalkundig (deel)gebied behoort vraag 5c? En vraag 5d?


Week 2 (ma 20 sep 21)

Y.R. Chao: grondlegger van de moderne Chinese taalkunde

In de Chinese taalkunde van de twintigste eeuw steekt één naam uit boven alle andere: die van de Chinees-Amerikaanse onderzoeker Yuen Ren Chao.

Chao was een duizendpoot. Naast zijn fascinatie voor taal had hij grote belangstelling voor geluidstechniek, muziek, volkskunst en volkstradities.

Zijn benadering was heel down-to-earth, en zijn teksten (zeker voor zijn tijd!) zeer toegankelijk. Wat hij ook tegenkwam, hij wist het duidelijk, eerlijk en nauwkeurig te documenteren.

We lezen deze week Chao's stimulerende verkenning van een van de grote formatieve aspecten van taal: de betekenis.

Tekst

Yuen Ren Chao, "Ambiguity in Chinese".

Achtergrond

Jeroen Wiedenhof, "Praten met platen".

Over het pionierswerk van Yuen Ren Chao.

In: Vol van karakter: Chinees in Leiden.

Leiden: Stichting Taalmuseum, 2017, pp. 19-21.

Opdrachten

Schriftelijk voorbereiden! Raadpleeg de huisregels

6. Individueel & collectief, n.a.v. sessie 1

a. voor niet- & deeltijd-sinologen, maar ook voor iedereen bij wie het was weggezakt:

Check het overzicht van Chinese talen in § 1.1 in Grammatica van het Mandarijn

Van het werk is de Engelse editie (A grammar of Mandarin, 2015) ook als e-editie te raadplegen: zie de UB-catalogus.

  • Check ook of je deze talen ook op een blinde kaart kunt localiseren.
  • Zorg dat je deze taalnamen kunt uitspreken, transcriberen, en in karakters kunt schrijven.

b. voor Milan: zoals we zagen, behoren de talen die in China worden gesproken tot verschillende taalfamilies.

Drie daarvan zijn op college kort toegelicht: de Sinitische (met talen zoals het Hakka en het Mandarijn), de Altaïsche (b.v. het Kazakhs en het Mantsjoe) en de Indo-Europese (b.v. het Sarikoli).

Ga na welke taalfamilies nog meer in China zijn vertegenwoordigd, en geef van elk van deze taalfamilies steeds twee talen die ertoe behoren: één in China en één buiten China.

Tip: check in de Handige hulpjes hieronder de link naar "Talen van de wereld".

c. voor Koen: Formuleer kort (maximaal twee zinnen) wat het verschil is tussen Taiwanees en Taiwanees Mandarijn.

d. voor Chenxin: op college zijn de Nederlandse termen behandeld voor de deelgebieden van de taalkunde.

Noteer hiervoor de Mandarijnse namen:

(i) in karakters, en

(ii) volgens de uitspraak in Pinyin met tonen.

7.  Lees Yuen Ren Chao's artikel "Ambiguity in Chinese"; zie de PDF-link in Brightspace.

Noteer waar je vragen of problemen in de tekst tegenkomt.

Neem je aantekeningen mee naar de klas:

op college gaan we pagina voor pagina door de tekst om deze punten te behandelen.

Bij de leesteksten van deze cursus:

– Als verplichte leesstof voor dit college zullen we géén gebruik maken van heel lange teksten.

Daar staat tegenover dat je de teksten met volle aandacht moet lezen, en vooral: overdenken!

Gezien het inleidende karakter van de cursus: let daarbij vooral op de gebruikte termen en begrippen.

– Maak voor de opdrachten in deze cursus gebruik van de handboeken in de Azië-bibliotheek.

Als je daar de weg niet kunt vinden: meld mij dit dan even.

– Schaf een exemplaar aan, en/of check in de UB de electronische beschikbaarheid van:

P. H. Matthews, The Concise Oxford Dictionary of Linguistics.

Oxford: Oxford University Press, 2007 & latere edities.

8.  Zoek via internet (bibliotheekcatalogi, zoekmachines) antwoord op de volgende vragen:

a. Wanneer leefde Yuen Ren Chao?

b. Hoe luidt zijn Chinese naam?

c. Wat is de titel van zijn chef-d'oeuvre?

d. Wanneer verscheen dat werk? Hoe oud was Chao dus toen dat boek verscheen?

9.  Verzamel of bedenk zelf gevallen van (a) synonymie; (b) homonymie; (c) polysemie.

Schrijf steeds apart de vorm en de betekenis op. Let daarbij op de transcriptie.

Zoek twee gevallen per taal voor het Nederlands, voor het Mandarijn en een derde taal naar keuze.

Als je de gevallen niet bedenkt maar verzamelt: schrijf de hele zin zo precies mogelijk op; schrijf datum, plaats en context erbij.

10.  Hoe heet het transcriptiesysteem dat Chao in dit artikel gebruikt? Waarom gebruikt hij niet gewoon Pinyin?

11.  Zijn de volgende paren van uitdrukkingen voorbeelden van

a.  een 'Z-relatie', dat wil zeggen wat Chao hier een skewed relationship noemt?

b.  homonymie?

c.  polysemie?

d.  of: geen van deze drie gevallen?

  • stroom 'stromend water' en stroom 'stromende elektronen'
  • witbrood en wit brood
  • een gezellig eettentje en een gezellig etentje
  • sectie en sexy
  • diep bukken en het leenwoord debuggen, uitgesproken met een [k] in plaats van de Engelse [g]
  • yí ge rén 'één persoon' en yí ge rén 'in z'n eentje'
  • yí ge rén 'één persoon' en yi ge rén 'een persoon'
  • Tā géi wǒ mái bēr xiǎoshuōr. en Tā mái bēr xiǎoshuōr géi wǒ.
  • brood op de plank in de letterlijke betekenis 'brood dat op een plank ligt' en brood op de plank in de overdrachtelijke zin van 'geld om van te leven'
  • Wie heeft wát gedaan? (met klemtoon op wat) en Wie heeft wat gedaan? zonder deze klemtoon

Uitsmijter

Ver-Xi'ing

In de Volkskrant van deze week schrijft China-correspondent Leen Vervaeke over de "ver-Xi'ing" van China.

12 a.  Hoe klinkt dit uitgesproken?

b.  Hoe kun je dat weten?

c.  Hoe schrijf je deze uitspraak op?

Bron: Leen Vervaeke, "Xi trekt de teugels aan: Revival van het communisme?". Volkskrant, 15 sep 21, p. 18.

 

 


Week 3 (ma 27 sep 21)

De bouwstenen van taal

We hebben al kennis met een aantal basisbegrippen in de bestudering van taal. Deze week zetten we de belangrijkste op een rij.

We kijken hoe deze elementen zich tot elkaar verhouden, en welke rollen ze spelen in alledaags taalgebruik.

Daarnaast leren we deze elementen op een consequente manier noteren, als hulpmiddel voor de beschrijving van taalverschijnselen.

Teksten

 

Naslag / bij de vorige sessie

Op college is twee maal verwezen naar Grammatica van het Mandarijn.

Die verwijzingen was naar de hoofdstukken; hier nog even die paragrafen voor wie dit wil nalezen:

  • n.a.v. de voorbeelden wit brood en witbrood:

zie de bespreking in § 3.5

  • n.a.v. op het eerste gezicht onverwachte tonen in Tā géi wǒ mái bēr xiǎoshuōr. en Tā mái bēr xiǎoshuōr géi wǒ:

deze (helemaal regelmatige) tonen staan uitgelegd in § 2.2.4; zie met name figuur 2.8.

 

Opdrachten

Waar hieronder wordt gevraagd om iets "kort" te formuleren betekent dat: liefst in een enkele zin.

13. Individueel & collectief

a. voor iedereen: Check of er nog brandende kwesties zijn overgebleven naar aanleiding van Chao's artikel, en neem deze mee.

b. voor Mingming: Neem de aantekeningen van het begin van sessie 2 over van een klasgenoot, bestudeer deze en check of je nog hierover vragen hebt. .

c. voor Menno: Naar aanleiding van Chenxins lijstje met Mandarijnse termen zagen we dat er verschillende manieren zijn waarop je het Pinyin kunt gebruiken om Mandarijnse spraakklanken te noteren.

We bespraken de volgende twee:

    • een Chinese manier, zoals door Chenxin genoemd, zoals b.v. in China op de basisschool wordt gebruikt;
    • en een taalkundige manier, zoals getoond op college.

Formuleer kort wat het (systematische) verschil tussen deze twee manieren om Pinyin te gebruiken;

en ga na of je voor deze twee soorten gebruik ook termen en/of beschrijvingen kunt vinden.

14.  Ter behandeling overgebleven van de vorige keer: de uitsmijter.

15.  In week 2 maakten we kennis met synonymie, homonymie, polysemie en Z-relatie.

Schrijf korte definities uit van elk van de vier termen in je eigen woorden, maar met behulp van de begrippen in Figuur 1.

16.  Lees uit "Taal in wording" de twee opgegeven paragrafen, op pp. 24 tot en met 26.

Ga daarbij ook na of je alle details van Figuur 1 begrijpt.

17.  Lees eerst de Transcriptiewijzer. Maak dan van de oefening in § 4 de zinnen 1 tot en met 10.

Op college zal je gevraagd worden deze zinnen op het bord voor te doen.

18.  Lees "Waarom zeggen Chinezen een l in plaats van een r?".

Noteer eventuele vragen over de tekst en neem deze mee naar college.

19.  Formuleer kort het l/r-probleem dat in dit artikel wordt besproken met behulp van taalkundige basisbegrippen die tot nu toe zijn behandeld.

20.  Noteer alle hier genoemde voorbeelden van op z'n Wenzhounees uitgesproken Nederlandse woorden.

Kun je in je eigen uitspraak van het Nederlands verschillen aanwijzen voor de realisatie van de /r/ in deze voorbeelden?

21.  Het artikel noemt "in het Nederlandse taalgebied ongeveer 15 verschillende manieren om een r uit te spreken".

Het gaat hier dus om regionale verschillen.

Wat voor type verschillen kan verder een rol spelen bij variatie in de uitspraak van de /r/?

Noem er minstens twee, met voorbeelden.

22.  Gegevens over de uitspraak van de Nederlandse /r/ zijn te vinden in het proefschrift van Dick Smakman (Leiden, LUCL):

Standard Dutch in the Netherlands: a sociolinguistic and phonetic description

Dissertatie Radboud Universiteit, Nijmegen. Utrecht: LOT, 2006.

Klik op de PDF van hoofdstuk 11 "Perceptual description" en bekijk tabel 11.5 op p. 237.

Op hoeveel manieren kun je volgens deze bron de /r/ uitspreken in het Nederlands?

23.  Het artikel besluit met "Ik hoor hooguit dat ze het wat vreemd intoneert".

a.  Formuleer kort wat het verschil is tussen toon en intonatie.

b.  Kun je hiermee ook Bertholds ervaring dat "Ik hoor hooguit dat ze het wat vreemd intoneert" verklaren?

24.  Over punning gesproken: bestudeer Mark Retera's cartoon van Prinsjesdag.

Een grap uitleggen is nooit leuk, maar we gaan toch een poging wagen.

(Een voordeel bij deze taalkundige oefening kan zijn dat je de grap zelf niet leuk hoeft te vinden.)

a.  Formuleer kort, met behulp van de terminologie van sessie 2 & 3, op welk soort Nederlandse spraakverwarring de grap is gebaseerd.

b.  Bestaat er in het Mandarijn een vergelijkbaar soort spraakverwarring – dat wil zeggen: met vergelijkbare klinkers?

Ter info

bij opdracht 21:

Koen Sebregts

The Sociophonetics and phonology of Dutch r

Dissertatie Universiteit Utrecht. Utrecht: LOT, 2015.

Web: LOT Publications

 

 

 

Uitsmijter

Wat is taalkunde?

Voor niet-taalkundigen is het niet altijd even duidelijk wat taalkundigen doen.

In deze video worden enkele vaak gehoorde misverstanden ontzenuwd.

 



Week 4 (ma 4 okt 21)

Deze week geen bijeenkomst...

...maar wel:

  • Naslag bij de vorige sessie

  • De eerste inleveropdracht van deze cursus (deadline 5 oktober)

  • Individueel bijwerkwerk (deadline 5 oktober)

  • collectief waarnemingswerk

 

 

Naslag / bij de vorige sessie

Bij de bespreking van Chao's artikel kwamen we even terug op zijn voorbeeld (aa) op p. 7:

Bye kai sheng miann

[in PY: Bié kāi shēng miàn]

De vraag was waar de "two pair of homophones" precies zaten; we bespraken dit op college.

De volgende vraag was of het bij deze "homophones" gaat om homonymie of polysemie.

Zoals we zagen, kan dit variëren

  • in tijd (historische fases),
  • in plaats (regionaal spraakgebruik)
  • en in sprekersgroepen (sociale context)

– voor bié 別 is de historische kant kort toegelicht in

Grammatica van het Mandarijn § 5.11.2, onder kopje (f).

 

Opdrachten

Format-eisen

Voor al het in te leveren werk geldt:

  • Dubbele regelafstand gebruiken – behalve aan het eind van deze cursus, bij de definitieve versie van je werkstuk
  • Ingeleverd werk krijg je retour voorzien van mijn aantekeningen
  • Deze lijst van redactionele wijzigingstekens kan helpen bij het lezen van mijn opmerkingen
  • Je kunt altijd een afspraak maken om e.e.a. na te bespreken
  • Verzorg je tekst; denk bijvoorbeeld aan zaken als naam, datum en collegekaartnummer

Eerste inleveropdracht

Kijk eerst de transcriptieoefeningen van week 3 nog eens na.

Lees ook de format-eisen hierboven.

Maak vervolgens de tien zinnen onder het kopje "Oefeningen (3)" op de volgende webpagina:

Transcriptieoefeningen

Stuur deze zinnen als PDF in een bijlage bij een mailbericht aan

Gebruik de volgende bestandsnaam: <tk2var-opd1-Jouw_familienaam.pdf>

Deadline: di 5 okt 21


25. Individueel & collectief

 

a. voor iedereen:

Op college is het belang besproken van de waarneming als fundament van de wetenschap.

Probeer in de extra week tijd te oefenen met actief luisteren.

En als je interessant taalgebruik hoort, maak daar dan alvast een aantekening van.

Ook hebben we de relevantie besproken van waarnemingsvaardigheden voor het werkstuk van deze cursus.

Meer hulp bij het schrijven van een taalkundig werkstuk kun je vinden in de Schrijfwijzer.

Als je tijd hebt: bekijk deze gids nu alvast. De tekst komt sowieso op ons leesmenu.

 

b. voor Ellie, Isabeau en Nina: Neem de aantekeningen van de sessie van 27 sep over van een klasgenoot, en bestudeer deze.

N.B. Op college is niet alleen de inhoud, maar ook de inrichting van het werkstuk besproken; stel jezelf dus op de hoogte.

Maak de volgende opdrachten en lever de antwoorden schriftelijk in:

  • de nummers 14 & 15
  • nummer 17 (inclusief de tien zinnen van de transcriptieoefening)
  • de nummers 19 t/m 24

Verzorg je tekst:

  • noem niet alleen de antwoorden, maar zet ook de vragen erboven
  • lees ook de format-eisen hierboven

Stuur je antwoorden als PDF in een bijlage bij een mailbericht aan

Gebruik de volgende bestandsnaam: <tk2var-week03-Jouw_familienaam.pdf>

Deadline: di 5 okt 21

 

c. voor Maxim: Neem de aantekeningen van de tweede helft van de sessie van 27 sep over van een klasgenoot, en bestudeer deze.

Maak de volgende opdrachten en lever de antwoorden schriftelijk in:

  • nummer 15
  • nummer 17 (inclusief de tien zinnen van de transcriptieoefening)
  • de nummers 19 t/m 24

Verzorg je tekst:

  • noem niet alleen de antwoorden, maar zet ook de vragen erboven
  • lees ook de format-eisen hierboven

Stuur deze zinnen als PDF in een bijlage bij een mailbericht aan

Gebruik de volgende bestandsnaam: <tk2var-week03b-Jouw_familienaam.pdf>

Deadline: di 5 okt 21

 

Uitsmijter

Spreken in tongen?

We zagen hierboven een opzettelijk spel met taal; dit keer bekijken we een onbedoelde taalgrap.

Op het Amerikaanse taalblog Language Log ging de post van 29 sep 21 over een opschrift in een viskraam.

26 a.  Lees en kijk kritisch naar de Chinese tekst, en check hoe je dit in het Nederlands zou zeggen.

Je mag ervan uitgaan dat deze Chinese tekst een Mandarijnse vertaling is van de Engelse tekst die eronder staat, en niet andersom.

Let op uitspraak, betekenis, en vertaalproblemen. Maak gebruik van woordenboeken, en lees de oorspronkelijke post op Language Log.

De eerste drie karakters geven een andere vertaalstrategie te zien dan de laatste drie karakters.

Breng in twee korte zinnen dit verschil onder woorden.

b.  Ga de betekenissen na van het Engelse sole.

Noteer of deze betekenissen onderling homoniem, polyseem of iets anders zijn.

c.  Formuleer in één lopende zin wat er is misgegaan in de Engels-Chinese vertaling.


Week 5 (ma 11 okt 21)

Europese pioniers in sinologie en in taalkunde

Deze week spoelen we terug naar de beginfase van de Chinese taalkunde.

In een korte tekst uit 1895 komen verschillende werelden samen:

  • de bestudering van Chinese talen, met name in Leiden

  • het politieke toneel in China, en de Europese rol daarin

  • de traditionele filologie, zowel in China als in Europa

  • het prille begin van de moderne taalkunde

Teksten


Leeshulp

Algemeen  Het artikel bestaat uit herdruk van een tekst van William Frederick Mayers, voorzien van een gloedvolle inleiding van Schlegel.

pagina 499  Met "the Imperial Dictionary of K'ang-hi" wordt de 康熙字典 Kāngxī zìdiǎn bedoeld

p. 499  "Since Peking has been opened": dit slaat op de periode vanaf 1860, na de tweede Opium-Oorlog (1856-1860).

p. 502  In bronnen uit deze tijd wordt een citaat van meerdere alinea's vaak afgedrukt (zoals hier) door

  • te beginnen met een aanhalingsteken-openen (hier dus op p. 502), en dit teken te herhalen aan het begin van elke volgende alinea;
  • alleen aan het eind van de laatste alinea van het citaat een aanhalingsteken-sluiten te noteren (hier op p. 507).

p. 503  De hier genoemde Sir William Jones geldt als een pionier in de taalkunde:

"voornamelijk beroemd geworden door zijn uitspraak dat het Sanskriet verwant is aan het Grieks en Latijn"

–we lazen hier al eerder over in "Taal in wording" (pp. 24-25).

p. 505  "Mr. Oliphant" was de diplomaat Laurence Oliphant.

p. 506 & passim  Het Engelse "shew" wordt tegenwoordig als <show> gespeld.

 

Opdrachten

27. Individueel & collectief

a. voor iedereen: De nog openstaande opdrachten zijn 24 en 26.

b. voor Maxim en Zuhre: Check even je email.

28.  Nu we aantal basisbegrippen hebben leren kennen, is het tijd voor een concrete stap in het kader van het werkstuk.

a.  Lees de Schrijfwijzer.

b.  Noteer minstens twee voorbeelden van taalgebruik in een Chinese taal naar keuze.

Liefst iets uit levend spraakgebruik: bijvoorbeeld iets opvallends uit een opgevangen gesprek;

of anders (maar dit is tweede keus) iets dat je gelezen hebt.

Documenteer je voorbeelden in transcriptie: vorm plus betekenis.

De bedoeling is om klassikaal te bespreken of en hoe je voorbeelden als aanleiding kunnen dienen voor een werkstuk.

Achteraf wijzigen mag! Het gaat nu alleen om het bespreken van mogelijkheden.

 Het is dus niet de bedoeling om onderwerpen te verzinnen. Het gaat alleen om voorbeelden: hoe concreter hoe beter.

c.  Noteer bij elk voorbeeld een onderzoeksvraag.

29.  Lees de bijdrage van Gustaaf Schlegel:

  • Het stuk komt uit een ander tijdperk, dus raadpleeg voordat je begint de Leeshulp hierboven.
  • Ga zelf na wie Schlegel was en welke rol hij heeft gespeeld in de Chinese taalkunde.

Maak aantekeningen van eventuele vragen over of problemen met de tekst en neem deze mee naar het college; deze zullen we als eerste behandelen.

30.  Valt je iets op aan de titel van Schlegels artikel?

31.  Op p. 499 wordt de Pekinese uitspraak genoemd van de titel van het besproken woordenboek.

Hoe luidt deze in Pinyin, en kun je deze uitspraak ook zelf terugvinden (in een bron naar eigen keuze)?

32.  De tekst begint met een verhandeling over transcription (ook: transscription, p. 501)

Deze term suggereert het 'omschrijven' van het ene medium in het andere.

Wat wordt er in deze tekst precies mee bedoeld? Met andere woorden: wat wordt hier eigenlijk in wat getranscribeerd?

– Baseer je argumenten op passages uit de tekst!

33.  Op p. 503-504 is sprake van "The ancient establishment of the court at Nanking" en "the removal of the capital to Peking".

Check om welke tijdsdiepte (jaren, decennia, eeuwen) het hier gaat.

Met andere woorden: zoek de twee jaartallen op.

34.  Op p. 505 ("the most modern changes in pronunciation") en 506 ("softened", sibilated") is sprake van een regelmatig soort klankverandering.

a.  Kun je ook nagaan wat de taalkundige naam van dit verschijnsel is?

b.  Het verschijnsel komt ook elders in de wereld veel voor. Kun je voorbeelden dicht bij huis noemen?

35.  Kun je nagaan hoe "needless" de "gulf" op p. 506 is?

36.  Voor de naam van de stad Hongkong wordt op p. 507 een Pekinese uitspraak genoteerd.

Hoe luidt die uitspraak in Pinyin, en kun je deze uitspraak ook zelf terugvinden (in een bron naar eigen keuze)?

37.  Afgezien van de Nanking-Peking-controverse:

welke taalkundige kritiek zou je kunnen hebben op Schlegels eigen normen voor transcriptie in dit artikel?


Week 6 (ma 18 okt 21)

Fabels over taal

Taal is altijd en overal aanwezig, en toch wordt er vaak grote onzin over verkondigd: dat het Chinees moeilijker is dan het Nederlands; dat het Italiaans een romantischer taal is dan het Duits; dat vrouwen meer praten dan mannen, dat logische taal betere taal is; enzovoort.

Bauer & Trudgills bundel prikt een aantal van deze mythen door met kennis van zaken, maar ook met veel schwung.

We lezen deze week over een hardnekkige fabel die vaak over Chinese talen verspreid wordt: dat ze geen grammatica hebben...

Teksten

Opdrachten

38. Individueel & collectief

a. voor iedereen:

in de vorige sessie zijn door Milan en Mingming de talen in en rond Wēnzhōu 溫州 ter sprake gebracht.

Check of je weet waar Wēnzhōu ligt.

We zagen al even dat deze talen, uit de zuidelijke helft van het Wú 吳-gebied, ook in Nederland veel worden gesproken: bijvoorbeeld in Leiden en in de Bollenstreek.

In dat verband, ter verdere oriëntatie op het werkstuk, en op de mogelijkheden voor samenwerking:

kijk eens naar het Yùhú-project dat ooit door tweedejaars studenten Chinastudies is uitgevoerd.

b. voor Dominique, Lonneke, Maxim, Menno en Naomi:

Neem de aantekeningen van de sessie van 11 okt over van een klasgenoot, en bestudeer deze.

Maak de opdrachten van deze sessie (voor Dominique: van het tweede uur) en lever de antwoorden schriftelijk in.

Verzorg je tekst:

  • noem niet alleen de antwoorden, maar zet ook de vragen erboven
  • lees ook de format-eisen hierboven

Stuur je antwoorden als PDF in een bijlage bij een mailbericht aan

Gebruik de volgende bestandsnaam: <tk2var-week05-Jouw_familienaam.pdf>

Deadline: vr 15 okt 21

c. voor Maxim:

Check ook even je email!

d. voor Milan:

Kun je me nog even de weblink sturen die je noemde?

 

39.  Overgebleven van de vorige keer: opdracht 28. Hieronder staan wat extra tips om je op weg te helpen.

 

Over onderdeel a:

Check of je nog vragen hebt over de Schrijfwijzer.

    Bedenk al lezend of en hoe je de aanwijzingen in deze tekst kunt gebruiken voor je eigen werkstuk-plannen.

Vooraankondiging

Op maandag 25 oktober (week 7) volgt als inleveropdracht een eerste aanzetje tot het werkstuk.

Je kunt desgewenst even langskomen om vragen hierover te bespreken: maak in dat geval tijdig een afspraak.

 

Over onderdeel b:

We bespraken het belang van eigen waarnemingen. Neem je eigen voorbeelden mee naar de klas.

    Vorige week kwamen al enkele voorbeelden aan bod. We zagen toen direct wat verwarring tussen waarneming en analyse.

Een voorbeeld: stel dat je als je waarneming zou noteren

Mijn Nederlandse gesprekspartner zegt steeds een [s] waar het een [z] zou moeten zijn.

dan wek je, met dat "steeds", de verwachting dat je een patroon hebt ontdekt.

Zo suggereer je meteen al een analyse, dus het is geen zuivere waarneming. Taalkundig schiet je er ook weinig mee op.

We weten bijvoorbeeld niet hoe consequent het verschijnsel voorkomt, en of er misschien omstandigheden zijn waaronder het vaker of minder vaak optreedt.

Zulke conclusies kun je pas trekken uit het eigenlijke onderzoek.

Een analyse is een systematische gevolgtrekking uit waarneembare feiten. dat komt later wel!

Een waarneming documenteert een concrete gebeurtenis.

in dit stadium zijn we nu

Een taalkundige waarneming kan bijvoorbeeld zijn:

    In het NOS Journaal sprak de nieuwslezeres aan het begin van de zin Ze schrijven in de brief dat ze hun werk niet kunnen doen... de eerste keer ze uit als [zə], en de tweede keer als [sə].

Let op de verleden tijd ("sprak ... uit"), die duidelijk maakt dat we verslag doen van taalgebruik dat daadwerkelijk gebeurd is.

Bij het noteren van zo'n waarneming is het handig om direct wat details toe te voegen uit de context (wie? wanneer? waar?). Bijvoorbeeld:

  • Spreker: Malou Petter, geboren te Woubrugge op 2 juli 1990.
  • Aflevering van het NOS Journaal: 13 okt 21 om 7u00, Seizoen 201 aflevering 203.
  • De zin is daar te horen vanaf 0m33s.

 

Over onderdeel c: zie over het formuleren van een onderzoeksvraag ook de Schrijfwijzer.

Let hierbij vooral op het risico's van verzwegen aannames.

Een verzwegen aanname is het zonder meer veronderstellen dat iets klopt, of dat iets duidelijk is.

Als ik bijvoorbeeld vraag: Waarom zijn mieren zwart? dan schuilt daarin als verzwegen aanname dat mieren zwart zijn.

Als een aanname verzwegen is, ligt het niet meer voor de hand om te checken of deze eigenlijk wel klopt.

Juist voor een onderzoeksvraag zijn verzwegen aannames riskant. Als ze niet kloppen, staat een onderzoeksresultaat op losse schroeven.

Kortom, voldoende reden om ze goed te leren herkennen.

Kun je bijvoorbeeld in de bewering van hierboven ("Mijn Nederlandse gesprekspartner zegt steeds een [s] waar het een [z] zou moeten zijn.") een verzwegen aanname aanwijzen?

Zie over verzwegen aannames ook de Uitsmijter van deze week.

 

40.  Lees de bijdrage van Bauer.

Maak aantekeningen van eventuele vragen over of problemen met de tekst en neem deze mee naar het college.

41.  In de eerste alinea van p. 77 worden vier onderdelen van de taalkunde genoemd in termen van rules.

Geef gangbare Nederlandse namen voor elk van deze onderdelen.

42.  "If Spelitzian had none of these, then when two speakers of this 'language' were talking, the listener would not know what the speaker intended." (p. 79).

Aan de andere kant: echte talen "allow the precise communication of complex messages" (p. 79).

Hoe precise is die precise communication precies?

43.  Onderscheidt het Nederlands dezelfde soorten 'wij' als het Maori?

En hoe zit het met het Mandarijn?

44.  "If you hear the Spelitzian sentence for 'Give me some water,' you can be pretty sure you can use the same pattern for 'Give me some food.' " (p. 83).

Klopt deze uitspraak?

Zo ja: maak aannemelijk waarom.

Zo nee: maak aannemelijk waarom niet.

 

Uitsmijter

De jacht op blauw

45.  Lees "Talen zonder woord voor kleur blauw komen vaker voor op plekken met veel zonneschijn".

a.  Heeft het Nederlands één "woord voor de kleur blauw", of geen, of meerdere?

b.  Waarom zou de auteur hier schrijven dat taalkundige Sterre Leufkens "niet betrokken bij het onderzoek" is?

c.  Check wat we hierboven zagen over verzwegen aannames.

Zijn in dit krantenartikel ook verzwegen aannames te vinden?

Probeer er minstens twee te spotten. Als je wilt, kun je je hierbij tot de titel van het artikel beperken.

 

Bron: Anouk Broersma, "Talen zonder woord voor kleur blauw komen vaker voor op plekken met veel zonneschijn",

In: De Volkskrant, 6 okt 21, p. 2.

Het artikel dat Broersma bespreekt is te lezen als Open Access:

Mathilde Josserand, Emma Meeussen, Asifa Majid & Dan Dediu,

"Environment and culture shape both the colour lexicon and the genetics of colour perception".

Scientific reports, 27 sep 21.


Week 7 (ma 25 okt 21)

Deze week geen bijeenkomst...

...maar wel:

  • Naslag bij de vorige sessie

  • De tweede inleveropdracht van deze cursus
    deadline 25 oktober

  • Bijwerkwerk

 

 

Beeld: "欣赏 | 秋天来了,历代名家书画带您去游秋!", 11 aug 20 (detail).

 

Naslag / bij de vorige sessie

Rér

Naomi noemde rér in de zin van 'mens', en er onstond enige discussie over wat rér nog meer kon betekenen.

Hier zijn enkele van deze betekenissen:

  • 'mens, persoon'
  • 'iemand als mens, qua inborst'
  • 'pop, poppetje'
  • 'binnenste van een hard omhulsel'

Check zelf de polyseme, homonieme of andere verbanden tussen deze betekenissen.

Voorbeelden:

    • zá sā rér 'wij drietjes' (details in Grammatica van het Mandarijn, § 2.11)
    • dānlìrér 'mensje op één been', d.w.z. het radicaal 亻 als linkerkant van een karakter, zoals in 㑿
    • Ta rér hén hǎo. 'Ze hebben een fijne inborst.'
    • miànrér '(fimo-)deegpoppetje'
    • xìngrér 'amandelen (zonder dop)'
    • xiārér 'gepelde garnalen'

 

Tjon A Fong

We lazen op college een kop in de Volkskrant van maandag:

"Jörgen Tjon A Fong wordt de nieuwe directeur van de Kleine Komedie"

Bron: Vincent Kouters / foto: Pauline Niks

"Jörgen Tjon A Fong wordt de nieuwe directeur van De Kleine Komedie"

De Volkskrant, 18 okt 21, p. V3

 

Vanuit de Chinese taalkunde richtten we daarbij de blik op een bijzonder verschijnsel:

de meerlettergrepige familienamen van een groep van Hakka-sprekers en hun nakomelingen in Suriname en in Nederland. Hiernaast zie je enkele voorbeelden van zulke familienamen

Beeld: De telefoongids., p. 408

PTT Telecom BV, 1994

De variatie in de vormen van Chinese familienamen wordt beschreven in Grammatica van het Mandarijn, § 4.2.

(In de Engelse editie ontbreekt de info over het Chinese namen in Nederland en België.)

Intussen zijn binnen in ons taalgebied de vormen van Chinese familienamen volop in ontwikkeling!

Heb je een vermoeden hoe, en waardoor?

 

Opdrachten

Tweede inleveropdracht

Lever opdracht 47 hieronder schriftelijk in.

Stuur deze opdracht als PDF in een bijlage bij een mailbericht aan

Gebruik de volgende bestandsnaam: <tk2var-opd2-Jouw_familienaam.pdf>

Deadline: ma 25 okt 21

46. Individueel

a. voor Danique en Dominique:

Neem de aantekeningen van de sessie van 18 okt over van een klasgenoot, en bestudeer deze.

Maak de opdrachten van deze sessie en lever de antwoorden schriftelijk in.

Verzorg je tekst:

  • noem niet alleen de antwoorden, maar zet ook de vragen erboven
  • lees ook de format-eisen hierboven

Stuur je antwoorden als PDF in een bijlage bij een mailbericht aan

Gebruik de volgende bestandsnaam: <tk2var-week06-Jouw_familienaam.pdf>

Deadline: ma 25 okt 21

b. voor Dominique:

Check ook even je email!

47.  Het wordt tijd om een aanzet tot je werkstuk inleveren.

Raadpleeg als FAQ de Schrijfwijzer, en daarnaast je aantekeningen bij de colleges van het eerste blok.

a.  Documenteer minimaal één zelf waargenomen voorbeeld van gesproken taalgebruik dat je opviel:

een woord, woordgroep zinsdeel, of zin, uit een Chinese taal naar keuze.

  • Geef niet alleen een transcriptie van wat je hoort, maar ook de betekenis
  • Geef ook wat context (zoals bij de nieuwslezeres hierboven)

b.  Beschrijf kort, maar wel in lopende zinnen, waarom dit taalgebruik je opviel.

c.  Formuleer bij het voorbeeld (of bij elk voorbeeld, als je er meerdere hebt) een duidelijke onderzoeksvraag, of desgewenst meerdere onderzoeksvragen.

Als je meer dan één voorbeeld geeft, nummer je antwoorden dan als 1a-1b-1c; 2a-2b-2c, enzovoort.

Het gaat in deze opdracht niet om "onderwerpen".

Houdt het begin van je werkstuk sowieso thematisch beperkt; uitbreiden kan altijd nog!

48.  Maak goed gebruik van de collegevrije week voor de planning van je werkstuk.

En zoals al genoemd: kom gerust langs om plannen en ideeën te bespreken, maar wacht daarmee niet tot het laatste moment.

Zorg dat je binnen de collegeperiode minimaal twee voorlopige versies van je werkstuk inlevert.

Hoe meer voorlopige versies je inlevert, des te meer commentaar dat oplevert.

Tussendoor inleveren kan per email: uitsluitend als PDF-bestand.

Verder over je tekst-in-wording: probeer het beschrijven van plannen over je werkstuk te vermijden.

Het is veel efficiënter om direct stukjes lopende tekst te schrijven die je later kunt inpassen in je verhaal.

Maak je dus nog even geen zorgen over een logische lijn: die kun je ook aan het eind aanbrengen.


Blok 2

Week 1 (ma 1 nov 21)

Naakt en toch niet naakt

We lezen deze week een tweede hoofdstuk uit Language myths van Bauer & Trudgill.

Dat dubbele ontkenningen onlogisch zijn is eigenlijk geen mythe. Het is eerder een waarheid als een koe.

Taal gedijt bij het overtreden van de regels van de logica. Zo kun mensen dankzij hun taal tegelijkertijd naakt en niet naakt zijn.

Tekst

Jenny Cheshire, "Double negatives are illogical".


Achtergronden

 

Voorbeeld van een handige online tool:

IPA TypIt

 

De praktijk betrapt:

Razia Iqbal, "The war that changed the world: India"

BBC Documentary Archive, 8 Nov 14

Rond 09m55s begint de zin It would be foolish of us to....

 

Opdrachten

49.  De eerste twee agendapunten van vandaag:

  • Terugblik op het eerste blok

    Check b.v. of je nog punten hebt naar aanleiding van de Naslag van de vorige keer.

  • Vooruitblik op het tweede blok

Er zijn allerlei leuke en mooi gevarieerde aanzetjes tot werkstukken ingeleverd.

Ieder van jullie heeft vóór maandag mijn opmerkingen ontvangen bij de Tweede inleveropdracht.

  • Lees die opmerkingen
  • Noteer eventuele vragen/opmerkingen (dat scheelt dat collectieve tijd op college)

We beginnen met een klassikale bespreking van de opvallendste successen en struikelblokken tot nu toe.

Ook hier blijft het motto: luister naar elkaar en help elkaar.

50.  Lees de bijdrage van Cheshire.

Neem ook hierover je aantekeningen mee naar het college.

51.  Vertaal het gedicht op p. 113 in het Nederlands.

52.  Van wanneer dateert het laatste citaat op p. 113 ongeveer?

53.  Op pp. 114 begint een korte uiteenzetting over de toepasbaarheid van de formele logica op de betekenissen van taal.

Cheshire's conclusie is duidelijk: "it is very rarely appropriate to think in terms of logic when looking at language use" (p. 115).

a.  Leg uit op welke manier de hierboven al even genoemde TNT!men een voorbeeld vormen van deze taal-semantische onlogica.

b.  Lees mee hoe het Genootschap Onze Taal voor de Nederlandse uitdrukking op een haar (na) "de vreemde situatie" beschrijft dat "twee woordgroepen die het tegenovergestelde betekenen, inmiddels als synoniemen worden gebruikt".

Wees er op voorbereid om ook de onlogica van dit geval op college in je eigen woorden na te vertellen.

c.  Noem nu zelf een voorbeeld, in een taal naar keuze.

54.  In "Double negatives are illogical" komen verschillende talen aan bod.

Kun je die gegevens aanvullen met voorbeelden uit het Mandarijn?

Luister ook naar het Engelse praktijkvoorbeeld in "The war that changed the world":

rond 09m55s, waar de zin (haperend) begint met It would be foolish of us to....


Uitsmijter

Memoirs of a geisha

55.  Bij de productie van Rob Marshalls film Memoirs of a geisha (2005) werd intensief samengewerkt tussen Amerikaanse, Japanse en Chinese acteurs die Engels, Japans, Mandarijn en Kantonees spraken.

In een "Geisha Bootcamp Featurette" bij de film geeft de Supervising Dialect Coach enkele indrukken over de manier waarop taalproblemen in dit project werden aangepakt.

a.  Schrijf op welke specifieke en welke algemene beweringen er over taal en talen worden gedaan in dit fragment (8':06" - 9':18" van de Featurette).

b.  Voorzie elk van deze beweringen van je eigen commentaar.

 


Week 2 (ma 8 nov 21)

Uitzoomen en inzoomen

Deze week lezen we over Chinese taalvariatie vanuit tegenovergestelde perspectieven.

Uitzoomend:

naar aanleiding van een korte inleiding over taal in China: David Mosers A Billion Voices.

Inzoomend:

over een kleine groep Chinezen in Nederland, de Hakka's, die vrijwel allemaal uit Suriname afkomstig zijn.

Teksten

Banyan, "Let not a billion tongues bloom".

The Economist, 15 oktober 2016, p. 49.

Paul Brendan Tjon Sie Fat, "Kejia".

In: Eithne B. Carlin en Jacques Arends, red., Atlas of the Languages of Suriname.

Leiden: KITLV Press, 2002, pp. 232-248.

Jeroen Wiedenhof, Grammatica van het Mandarijn

 

 

Naslag / bij de vorige sessie

Xiáojie en jiějie

Naar aanleiding van Li-Sans vraag keken we even naar een onverwacht verschil:

  • xiáojie 'juffrouw' (met een tweede toon, gevolgd door een neutrale)

  • tegenover jiějie 'oudere zus' (met een derde toon, gevolgd door een neutrale)

Bron: "人类小姐"

百度 / Baidu, 3 nov 2021

Als je uitgaat van xiǎo ‘klein' (met een derde toon) en -jiě- ‘oudere zus' (ook met een derde toon), dan zie je hier twee verschillende woordvormingsprocessen.

Het verschil hebben we op college in sneltreinvaart behandeld.

Je kunt het rustig nalezen in § 10.5.4 van Grammatica van het Mandarijn.

Let op: het patroon met de tweede toon zien we niet alleen in woordvorming, maar ook voor in grotere (zins-)verbanden.

Voorbeelden:

  • xiáng xiang 'eventjes denken'
  • háo yi diar 'een beetje beter'
  • wángwang 'steeds'
  • lǎolao 'oma' (van moeders kant)
  • Lěilei 'Bloemknopje' (als meisjesnaam)
  • yǎngyang 'de kriebels'

De aanleiding voor Li-Sans vraag was de bewering dat *nǎli niet bestaat (het sterretje betekent hier: wat volgt is geen Mandarijn).

In het Mandarijn van Peking kun je wel zeggen: náli 'waar', en nǎr 'waar'.

Zoals we zagen, speelt hier ook een verschil tussen twee manieren waarop je het Mandarijn kunt transcriberen:

  • uitspraak-Pinyin: de transcriptie geeft weer wat je iemand hoort zeggen
  • karakter-Pinyin: de transcriptie dient als "ondertiteling" bij Chinese karakters

Het verschil is uitgelegd in Grammatica van het Mandarijn, Appendix D.

Ook het xiáojie-voorbeeld wordt daar verder behandeld.

 

Glottisslag

Bij het uitgaan van de vorige sessie vroeg Koen naar het gebruik van de glottisslag in het Kantonees.

Check wat een glottisslag is. We hebben dit begrip ook nodig voor de Hakka-tekst van vandaag.

Bron: Rob Stallinga: "Stembanden"

Praktijk voor spreken en zingen

3 nov 21

Ga nu zelf na:

Komt deze klank ook voor in het Mandarijn?

En in het Nederlands?

 

Letterlijk en figuurlijk

Bij Immanuelles voorbeeld met letterlijk in het Nederlands:

met het Engelse literally is hetzelfde aan de hand.

Bron: Wiley Miller:

Non Sequitur, 25 nov 13

 

 

 

Opdrachten

Vooraankondiging

Op maandag 15 november (blok 2, week 3) houden alle deelnemers een korte mondelinge presentatie over het onderwerp van het werkstuk.

De eisen voor deze presentatie zijn als volgt:

  • Presenteer minimaal een onderzoeksvraag, een werkwijze (methodologie) en een voorbeeld van het onderzochte taalgebruik – niet noodzakelijk in die volgorde
  • Houd er goed rekening mee dat per presentatie maximaal vier minuten beschikbaar zijn; oefen en klok dit van tevoren!
  • Je moet een geprinte handout aan elk van de deelnemers uitreiken: breng genoeg exemplaren mee
  • Powerpoints mogen wel, maar alleen na tijdig overleg; gezien de beperkte tijd is het schoolbord handiger
  • Je (denkbeeldige) publiek heeft geen specialistische voorkennis – zorg dat bijvoorbeeld een student Biologie of Geschiedenis je verhaal kan volgen.

Zoals eerder gezegd: kom gerust langs om plannen en ideeën te bespreken, maar wacht daarmee niet tot het laatste moment. Een afspraak maken via email werkt meestal het handigst.

56. Individueel & collectief, n.a.v. sessie 1 van blok 2

a. voor iedereen:

Lees de Naslag bij de vorige sessie.

Noteer je vragen & opmerkingen daarover.

b. voor Chenxin:

Neem de aantekeningen van de sessie van 1 nov over van een klasgenoot, en bestudeer deze.

Maak de opdrachten van deze sessie en lever de antwoorden schriftelijk in.

Verzorg je tekst:

  • noem niet alleen de antwoorden, maar zet ook de vragen erboven
  • lees ook de format-eisen hierboven

Stuur je antwoorden als PDF in een bijlage bij een mailbericht aan

Gebruik de volgende bestandsnaam: <tk2var-bl2week01-Jouw_familienaam.pdf>

Deadline: vr 5 nov 21

c. voor Koen: bedenk of je jouw vraag over de glottisslag ook zou kunnen herformuleren als een onderzoeksvraag.

d. voor Li-San: probeer de ontkennende bewering "*nǎli bestaat niet" om te zetten in een stellende bewering.

(Hint: kun je b.v. omschrijven wat er gebeurt als je de Mandarijnse uitdrukking voor 'waar' transcribeert als "nǎli"?)

57.  Lees de nieuwe teksten en neem ze samen met je aantekeningen mee naar de klas.

 

Over Banyan, "Let not a billion tongues bloom".

We lazen eerder (in opdracht 1) uit het Banyan-blog van The Economist.

Dit keer een beschouwing over de rol van het Mandarijn en andere Chinese talen in en buiten China.

Deze recensie is informatief, prettig leesbaar en ook onderhoudend. Kortom: een geslaagd voorbeeld van schrijven over taal voor een breed publiek.

Doe hiermee je voordeel in verband met je eigen werkstuk!

 

58.  De titel van het artikel bevat een woordspeling – maar een woordspeling op welk origineel?

Ga het historische kader na, en geef van het Chinese origineel minimaal de karakters, de uitspraak en de betekenis.

59.  In de eerste alinea is sprake van een reclameboodschap en een persiflage daarop.

Op 0'15" van de reclameboodschap is de Mandarijnse uitdrukking te horen die in het artikel als "boing" is vertaald.

Luister goed naar deze uitspraak (liefst met je ogen dicht). Geef nu je eigen transcripties:

a.  in Pinyin

Tip – Bedenk dat de "traditional phonology" (alinea 2) beginklank, eindklank en toon onderscheidt.

b.  in IPA

60.  Zoek op welke twee nieuwe karakters er naar aanleiding van deze reclameboodschap in 2015 ontstonden.

a.  De karakters zijn gebaseerd op een artiestennaam van Jackie Chan.

Wat betekent die naam? (volgens jou als sinoloog/japanoloog! – en niet: volgens Wikipedia)

b.  Zijn zulke karakters als digitale tekst te typen in een tekstverwerker?

61.  Geef het in de derde alinea genoemde taboe rond taal en dialect kort in je eigen woorden weer.

62.  In de vijfde alinea (Mandarin is now challenging...) wordt het standaard-Mandarijn "artificial" en "sanitised" genoemd.

Is dit een bijzonderheid van de Chinese taalsituatie, of komt dit ook elders voor?

Geef argumenten voor je standpunt.

Tip – zie ook de voorlaatste alinea:

"The education ministry says that 30% of the population in 2014, or roughly 400m, still could not speak standardised Mandarin, while only a tenth of those who could spoke it properly."

(die datum bevat een typfout: de ministriële constatering dateert van september 2013) ; vergelijk de berichtgeving in de Engelse en Nederlandse media)

63.  De achtste alinea meldt dat

"Some bureaucrats, recognising the tragedy of losing local variants, now urge their protection, along with endangered languages of minority ethnic groups. Last month an education­ ministry official opined that learning Mandarin didn’t have to be at the expense of dialects, and that studying multiple languages could even be good for children’s development."

N.a.v. "opined" in de laatste zin:

Zijn er uit wetenschappelijk onderzoek aanwijzingen voor de voordelen van meertaligheid, of betreft het hier slechts een mening van de genoemde bureaucraten?

En n.a.v. van "endangered languages" in de eerste zin:

Hieronder een voorbeeld van het groeiende besef van het belang van de documentatie van bedreigde talen in China.


Over Paul Brendan Tjon Sie Fat, "Kejia"

64.  Kun je iets vinden over de achtergrond van de auteur, en van de redacteurs?

Hoe luidt de familienaam van de auteur? En uit welke taal is deze afkomstig?

65.  In de eerste paragraaf legt de auteur uit hoe hij de termen "Hakka" en "Kejia" onderscheidt.

  • Wat hebben deze woorden met elkaar te maken?
  • Wat is de letterlijke betekenis van deze termen?
  • Waarom heten deze mensen en deze taal zo?

66.  "Sranan" (p. 234): herken je iets in dit woord?

Waar komt deze taal vandaan? Op p. 236 wordt deze taal een "lingua franca" genoemd: wat is dat?

67.  Wat wordt op p. 234 bedoeld met chain migration?

68.  Op p. 235 wordt verteld dat "Kejia syntax and lexicon are rarely apparent in these letters". Hoe zou dat komen?

69.  Wat is op p. 237 intra-ethnic communication?

En wat zijn op p. 245 intrasentential switches?

70.  Kun je de titel van de afgebeelde krant vertalen?

71.  Op p. 239 wordt de Language atlas of China genoemd.

Is daarvan een exemplaar aanwezig in Leiden?

72.  Beschrijf in je eigen woorden zo nauwkeurig mogelijk het verschil tussen [w] en [v] op p. 240.

  • Hoeveel verschillende (dus: fonologisch contrasterende) lipklanken zijn er in het Nederlands?
  • En in het Mandarijn?
  • En wat wordt er bedoeld met "[ñ]" op dezelfde pagina?

73.  "In Kejia the Middle Chinese yinshang and yangshang categories have merged, as well as the yinqu and yangqu categories" (p. 240).

  • Waar is datzelfde ook gebeurd?
  • Wat is nu eigenlijk het verschil in uitspraak tussen de -toon en de yángrù-toon?

74.  a.  Lees over de splitsing tussen yin- en yang-registers de bespreking in Grammatica van het Mandarijn, pp. 16-17 goed na.

b.  Volgt hier gegeven nummering van Kejia-tonen het "missie-systeem" of de academische notatie?

75.  Wat wordt er op p. 241 bedoeld met "the inchoative meaning of Surinamese Dutch gaan 'go' "?

Ken je hier voorbeelden van?

 


Uitsmijter

Garrie van Pinxteren, "Tjauw min in Paramaribo".

In: NRC Handelsblad, 7 mei 2005, p. 4.

 

 

 

 


Week 3 (ma 15 nov 21)

Referaat

Deze week houden alle deelnemers een korte mondelinge presentatie over het onderwerp van het werkstuk.

Tekst

Opdrachten

76. Individueel

voor Fleur:

Neem de aantekeningen van de sessie van 8 nov over van een klasgenoot, en bestudeer deze.

Maak de opdrachten van deze sessie en lever de antwoorden schriftelijk in.

Verzorg je tekst:

  • noem niet alleen de antwoorden, maar zet ook de vragen erboven
  • lees ook de format-eisen hierboven

Stuur je antwoorden als PDF in een bijlage bij een mailbericht aan

Gebruik de volgende bestandsnaam: <tk2var-bl2week03-Jouw_familienaam.pdf>

Deadline: vr 12 nov 21

Presentatie-opdracht

77.  Iedereen heeft ondertussen een of meerdere keren commentaar gekregen op de werkstuk-vorderingen.

Op maandag 15 november geeft elke deelnemer een korte presentatie over het onderwerp van het werkstuk. Deze presentatie wordt ook beoordeeld als deelopdracht ("referaat").

Aandachtspunten:

  • Geef in de presentatie minimaal een onderzoeksvraag, een werkwijze (methodologie) en een voorbeeld van het onderzochte taalgebruik – niet noodzakelijk in die volgorde
  • Houd er goed rekening mee dat per presentatie maximaal vier minuten beschikbaar zijn; oefen en klok dit van tevoren!
  • Je moet een geprinte handout aan elk van de deelnemers uitreiken: breng genoeg exemplaren mee
  • Powerpoints mogen wel, maar alleen na tijdig overleg; gezien de beperkte tijd is het schoolbord handiger
  • Je (denkbeeldige) publiek heeft geen specialistische voorkennis – zorg dat bijvoorbeeld een wiskundestudent of een jurist in opleiding je verhaal kan volgen.

78.  Lees Yaguello's hoofdstuk.

De tekst behandelt een aantal inhoudelijke en methodologische problemen die van pas kunnen komen voor je eigen werkstuk.

Dit keer geen vragen van mijn kant: noteer je eigen vragen en problemen met deze tekst ter bespreking in de klas.

79.  Verklaar de titel van het boek:

  • op welk beroemd boek uit de wereldliteratuur zinspeelt deze titel?
  • wat voor soort boek is dat?
  • vertaal de titel van Yaguello's boek in het Nederlands

 

Uitsmijters

80.  Geef oplossingen voor het Amoy-raadsel en voor het barbecuesaus-raadsel.

81.   Voor de liefhebbers, als je meer wilt weten over fonetisch schrift.

Geïnteresseerden kunnen hun tanden breken op het onderstaande.

Als je wilt dat ik je pogingen bekijk: stuur ze op als PDF.

N.B. dit telt NIET mee voor de beoordeling van deze cursus. Kortom: geen verplichting, en geen deadline.


Vul de lege plekken in.

Gebruik voor de fonetische notatie het IPA; handige weblinks staan hieronder.

(wordt nog verder aangevuld)

Nederlands

Engels

Mandarijn

 

Orthografie

IPA

 

Orthografie

IPA

 

Pinyin

IPA

1.   [bʀam] 1.   [bɛt] 1.   [ pan ]
2.   [bʀɑm] 2.   [bæt] 2.   [ pɑŋ ]
3.   [ˌtɔmlanˈwɑ] 3.   [bɛd] 3.    
4.   [ˌtɔmlɑnˈwa] 4.   [bæd] 4.    
  Piet   5. head   5.    
6. pit   6. had   6.    
7.   [ˈɑniˌʔɛmxeɪˈʃmit] 7.   [ˈhæpʰi] 7.    
8. Rutte   8. bead   8.    
9. Ruud   9. bid   9.    
10.   ] 10.     10.    

Week 4 (ma 22 nov 21)

Karakters, lettergrepen en morfemen

in de afgelopen weken zijn herhaaldelijk worstelingen aan het licht gekomen rond het onderscheid tussen talige en schriftelijke factoren.

Dit is vaak een cruciaal punt in de taalkundige benadering van taal. En dat geldt des te meer voor een taal die is ingebed in een schriftcultuur van vele millennia.

We komen er daarom deze week nog een keer op terug.

Teksten

Opdrachten

82.  Overgebleven van de vorige keer: de nummers 78 t/m 81.

We zullen deze als eerste behandelen.

83.  Noteer je eigen vragen en opmerkingen bij § 10.1.3 "Karakters, lettergrepen en morfemen" ter bespreking in de klas.

Kijk goed naar de daar gegeven voorbeelden, en naar praktische raakvlakken met je eigen werkstuk.

 

 

Uitsmijters

 

85.  Over lettergrepen gesproken:

hoeveel lettergrepen zijn er te onderscheiden in de tekst "大鹏一日因风起,Responsibility"?

(klik op het plaatje om het te vergroten)

 

 

 

 

 

86. En over raakvlakken gesproken:

waar komen de "olifanten" en de "menstruatie" vandaan?

(klik op het fragment om de hele column te lezen)

 

Bron: Paulien Cornelisse, "Achtergronden"

De Volkskrant, 18 nov 21, p. 1

 

 

 

 

 

 

 

 

 


Week 5 (ma 29 nov 21)

Taalbouwsels in mondiaal perspectief

Voor de bestudering van ver-van-je-bed-talen is het nodig om bekende patronen los te laten. Dat geeft ruimte voor de ontdekking van nieuwe en soms radicaal verschillende patronen op basis van gegevens uit die talen zelf.

We kijken deze week hoe deze aanpak kan leiden tot een zinnige vergelijking van de taalsystematiek tussen onderling zeer verschillende talen.

Afbeelding: Bouwformatie (2014)

 

 

Tekst


Opdrachten

Vooraankondiging

De laatste deelopdracht heeft als deadline: donderdag 2 december.

Je levert dan een voorlopige tekstversie van je werkstuk in.

Aandachtspunten:

  • Zoals uitgelegd aan het begin van deze cursus: de werkstukbegeleiding is qua timing beperkt tot het onderwijssemester, maar binnen die periode ruimhartig toebemeten, ook buiten de twee contacturen op college;
  • Op dit moment geldt dus mijn aanbod nog precies zoals in september: je kunt individuele afspraken maken om werkstukzaken te bespreken

 

Over JW, "Karakters, lettergrepen en morfemen"

87.  Deze tekst is overgebleven van de vorige keer: zie nummer 83.

Je bent een belangrijke doelgroep voor deze tekst, dus we maken tijd voor je vragen & opmerkingen.

 

Over Berthold van Maris, " 'In' en 'met' als grammaticaal skelet"

88.  In r. 21 lezen we:

"Dit onderscheid tussen inhoudswoorden enerzijds en functiewoorden en functionele elementen anderzijds komt in allerlei taalverschijnselen voor.".

Hoeveel inhoudswoorden, functiewoorden en functionele elementen komen er in die zin voor?

89.  Vertel in je eigen woorden wat er in de rr. 51-53 wordt bedoeld met het onderscheid tussen "concrete betekenissen" en "abstracte betekenissen".

Vergelijk hierbij ook r. 111 en rr. 243-250.

90.  Is "het onderscheid tussen inhouds- en functiewoorden" (rr. 63-64) een westerse traditie, of vinden we dit onderscheid ook in Chinese taalkundige analyses?

91.  Kunnen we over het nuttig effect van ontleningen (rr. 92-93) concluderen dat dit ontbreekt voor de Engelse leenwoorden cool, shit en yes! in het Nederlands (r. 101)?

Leg uit waarom wel/niet.

92.  Bedenk zelf (dus: niet uit dit artikel of uit handboeken) voor elk van de elementen in de ontleningshiërarchie van rr. 106-110

  • minimaal één voorbeeld in het Nederlands (dus: ontleend uit een andere taal)
  • minimaal één voorbeeld in het Mandarijn (dus: ontleend uit een andere taal)

93.  In het artikel van Van Maris staan in het kader "Versprekingen" twee voorbeelden.

Eerste observatie-oefening:

Noteer deze week zelf minimaal twee zinnen waarin een verspreking voorkomt van een moedertaalspreker in een taal naar keuze.

94.  In de regels 120-127 wordt een patroon beschreven van de vermenging van twee talen.

Tweede observatie-oefening:

Probeer deze week een tweetalig persoon (desnoods jezelf, als je tweetalig bent) te betrappen op dit patroon.

Schrijf de gevonden zin(nen) uit in drie regels op de inmiddels bekende manier: vorm, glossen en betekenis.

Op het college kan je gevraagd worden zinnen op het bord te demonstreren.

95.  "De functiewoorden zijn grotendeels opnieuw geconstrueerd" (r. 149); wat wordt hiermee bedoeld?

96.  In rr. 174-177 worden voorzetsels voorgesteld als een "tussencategorie" tussen inhouds- en functiewoorden.

  • Hoe zit dat in het Mandarijn met bijwerkwoorden (coverbs)?
  • Zijn er ook "echte" voorzetsels in het Mandarijn, d.w.z. zijn bijwerkwoorden in deze taal te onderscheiden van voorzetsels?
  • Zo ja: hoe? En zo nee: waarom niet?

97.  Volgens rr. 185-187 zijn "functiewoorden meestal korter dan inhoudswoorden".

  • Kan het ook andersom? Geef voorbeelden in een taal naar keuze.
  • Op welke manier(en) kunnen we meten dat de ene uitdrukking "korter" is dan de andere?

98.  In rr. 198-200 staat "dat het werkwoord de spil is waaromheen de zin wordt opgebouwd." Geef commentaar:

  • met betrekking tot het Nederlands - als het klopt, geef dan een voorbeeld; en als het niet klopt, hoe kan de bewering dan kloppend worden gemaakt?
  • met betrekking tot het Mandarijn - als het klopt, geef dan een voorbeeld; en als het niet klopt, hoe kan de bewering dan het best worden bijgesteld?
  • met betrekking tot Nederlandse kindertaal (zie voor voorbeelden het kader "Kindertaal" onderaan)

99.  In rr. 254-266 worden de klankeigenschappen van functiewoorden in het Nederlands en in het Quechua besproken.

  • Waar wordt het Quechua gesproken, en door hoeveel sprekers?
  • Hoe zit het met de klankeigenschappen van functiewoorden in het Mandarijn?

100.  Wat betekent de bewering dat woorden zoals ja, hallo en auw "geen grammatica" hebben (rr. 299-300)?


Uitsmijter

Reizigersdiathese

101.  Diathese is een overkoepelende term voor actief en passief: het actieve (bedrijvende) en/of passieve (lijdende) gedrag van werkwoorden, zoals in

  • Zij lezen niks.
  • Deze tekst wordt vaak gelezen.
  • Die boeken lezen zo lekker.

In bredere zin gaat het bij diathese om de semantische relaties tussen werkwoorden en alle deelnemers aan de werkwoordshandeling; een een medewerkend voorwerp kan dan bijvoorbeeld ook meedoen.

De diathese van werkwoorden kan in de loop der tijd variëren; denk bijvoorbeeld aan ik denk naast het dunkt mij.

Een van de bekendste Nederlandse voorbeelden van diathetische taalverandering komt dagelijks uit de luidspreker van de trein:

(1)  Alle reizigers worden verzocht hier uit of over te stappen.

Schoolmeesters en -juffen zouden dit corrigeren in:

(2)  Alle reizigers wordt verzocht hier uit of over te stappen.

Taalkundigen willen dit liever noteren als taalverandering, van type (2) in type (1). Ik zal in dit verband van reizigersdiathese spreken.

a.  Benoem woordsoort (taalkundige ontleding) en functie (redekundige ontleding) van alle reizigers in (1) en in (2).

b.  Idem voor reizigers in het onderschrift bij de foto.

c.  Idem voor wij van de bank in de zin die vanaf 19'24" te horen is in Maleisië vordert honderden miljoenen van Goldman Sachs.

Bron: "Bureau Buitenland", VPRO, 12 november 2018

d.  Geef nu in je eigen woorden een korte taalkundige definitie van reizigersdiathese.

 

Week 6 (ma 6 dec 21)

Mouse semantics

Talen kunnen enorm verschillen in de manieren waarop ze betekenissen uitdrukken en ordenen.

Deze week kijken naar praktische manieren om talige betekenissen in kaart te brengen.

Teksten en materiaal

 

Opdrachten

Laatste inleveropdracht

102.  Lever op donderdag 2 december een voorlopige tekstversie van je werkstuk in.

 

103.  Overgebleven van de vorige keer: opdracht 101.

We hebben de inhoud van de opdracht al globaal op college besproken; nu zijn jullie aan zet om dit taalkundig verantwoord te noteren.

Neem je antwoorden van (a) t/m (d) ter bespreking mee naar college.


Over "Mouse semantics"

104.  Voor polysemie bespraken wij (vanaf week 2) het idee van overlappende betekenissen voor dezelfde vorm.

Methodologisch was deze vraag daarbij nog niet gesteld:

Kunnen we ervan uitgaan dat bij overlapping van meerdere verwante betekenissen sprake is van een grootste gemene deler (in het Engels: common denominator, p.18), die dan dus fungeert als de basis-betekenis van deze ene vorm?

Ga na hoe deze vraag in de tekst wordt beantwoord.


Over "The Longest Words in the English Language

105.  Bekijk het Youtube-fragment over The Longest Words in the English Language

a.  Hoe wordt de lengte van woorden hier gemeten?

b.  Op welke taalkundige manier(en) kan lengte gemeten worden?


Over "The Longest Words in the English Language

106.  Wat is een démarche ~ demarche? (p. 129).

Hint: Remco Meijser en Martin Sommer,

"Staatssecretaris Ankie Broekers-Knol over haar woeste portefeuille, asielzaken: ‘Ik wil de grenzen opzoeken’"

Bron: Volkskrant 20 nov 19

107.  Ben je het eens met de parafrases van Die démarche heb ik geen spijt van. en van Die juffrouw Teunisz moet ook niet veel aan wezen.?

Zo ja: geef een overeenkomst en een verschil aan tussen de oorspronkelijke zin en de parafrase.

En zo nee: geef aan waarom niet.

108.  Op p. 130 geeft Van het Reve aan dat hij nog nooit een grammatica van het gesproken Nederlands heeft gezien. Jij wel?

Zo ja: geef bibliografische gegevens en ga na hoe dit werk is ontstaan.

En zo nee: geef aan waarom de Nederlandse taalkunde wel, of niet, gebaat is bij zo'n grammatica.

109.  Op dezelfde pagina heeft Van het Reve het over "een paar duizend bladzijden gesproken Nederlands".

Ken je de technische naam voor zo'n verzameling?

Bestaat zoiets tegenwoordig al voor het Nederlands?

En voor het Mandarijn?

110.  "Thuis typt hij dat uit. Dat is erg moeilijk, maar het kan." (p. 131). Waarom is dat moeilijk?

111.  Geef een eigen voorbeeld van de "vele andere constructies, waar tot nu toe niemand op gelet heeft" (p. 131).

112.  Speelt de problematiek die Van het Reve in dit stukje aankaart ook voor het Mandarijn? Japans? Kantonees? Taiwanees?

 

Uitsmijter

Paulien Cornelisse: Ambassadeur

113.   Voor de liefhebbers:

Breng voor het Nederlandse ambassadeur de betekenissen en hun verbanden in kaart.

 

Handige hulpjes

 Terminologie

 Schrijfwijzer

 Transcriptiewijzer

 Talen van de wereld

 Redactiesymbolen

 e-ANS

 IPA Chart

 IPA sounds & videos

 IPA TypeIt

Sinitische talen

 Grammatica van het Mandarijn

 A grammar of Mandarin

laatste wijziging: 1 december 2021 | home