|
algemene informatie |
tijd en plaats |
drie sessies in het tweede semester van de grammatica-colleges
van het eerstejaars taalverwervingsprogramma Modern Chinees
handige hulpjes |
![]() |
![]() |
![]() |
![]() |
![]() |
|
inhoud, teksten en opdrachten |
Deelnemers aan de colleges over Taal en schrift onderschatten vaak het voorbereidende leeswerk. Lees het materiaal zorgvuldig en kijk kritisch naar de bijbehorende figuren en tabellen; in de opdrachten breng je het gelezene direct in de praktijk. |
Week 1 (18 april) / Taalvariatie in China |
![]() |
![]() |
|
![]() |
![]() |
schriftelijk voorbereiden!
1. Lees eerst de tekst (hoofdstuk 1). Noteer waar je vragen of problemen hebt met dit materiaal. Wij zullen die vragen in het college behandelen, dus neem alle aantekeningen mee naar de klas.
2. Tot welke taalfamilie behoort het Nederlands? Waarom heet die taalfamilie zo? En hoe is deze taalfamilie verspreid over de wereld?
3. Ga voor de taalfamilie in opdracht 2 na welke grote subgroepen daarbinnen worden onderscheiden. Tot welke van deze subgroepen behoort het Nederlands?
4. Geef op de wereld-taalkaart aan hoe het Nederlands zich in in het verleden heeft verspreid over de wereld. En hoe zit dat tegenwoordig?
5. Verklaar en benoem op de wereld-taalkaart de vormen van de volgende gebieden:
6. Tot welke taalfamilie behoort het Japans? Aan welke talen is het Japans verwant?
7. Hoeveel nationale minderheden worden er in China onderscheiden? Op welke basis worden deze bevolkingsgroepen onderscheiden?
8. Ga op de kaart "Talen in China" na welke taalfamilies er in China zijn vertegenwoordigd. Noem voor elk van deze taalfamilies twee talen die in China worden gesproken.
9. Bekijk de kaart met "Administrative Divisions of China" en de lijst van de bijbehorende Chinese namen (ook in het materiaal van deze week)
Ga daarmee na
(a) hoeveel autonome gebieden er zijn, en
(b) welke van deze gebieden genoemd zijn naar de namen van nationale minderheden.
10. Bekijk de wereld-taalkaart. Als je inzoomt op de eilanden van Zuid-oost-Azië, zijn daar te vinden
Wat kun je vertellen over de taalsituatie op de plaats van de twee vlekken? |
![]() |
11. Voor studenten die thuis met hun ouders een Chinese taal spreken:
(a) wijs op de kaart "Talen in China" de plaats van herkomst aan van deze Chinese taal; en
(b) ga na tot welke tak van de Sinitische taalgroep deze taal behoort.
Voor studenten die thuis geen Chinees spreken:
(c) noem vijf leenwoorden die het Nederlands uit het Chinees heeft overgenomen; en
(d) kun je ook aangeven uit welke Sinitische tak deze leenwoorden afkomstig zijn?
12. Ga op basis van het materiaal van deze week na welke nu nog bestaande tak binnen de Sinitische groep het vroegst is afgesplitst van de andere takken. Wat zou dat betekenen voor de huidige eigenschappen van die tak, vergeleken met de andere Chinese talen?
Week 2 (2 mei) / Karakters en woordenboeken |
![]() |
![]() |
|
![]() |
![]() |
schriftelijk voorbereiden!
13. Neem een of meerdere Chinese woordenboeken voor traditionele karakters mee naar college. (Wie geen woordenboek heeft: geen nood! Ik zorg ervoor dat op college zoveel mogelijk exemplaren uit de bibliotheek beschikbaar zijn.)
14. Lees het opgegeven materiaal en noteer eventuele vragen over of problemen met de inhoud van tekst, figuren en tabellen.
15. Zorg dat je voorafgaand aan het college zelf de volgende tien karakters hebt opgezocht in een woordenboek voor traditionele karakters dat werkt met radicalen. Hoe dat moet staat in § 12.4.1. Gebruik hiervoor een eigen woordenboek of een woordenboek uit de leeszaal van de Oost-Azië-bibliotheek.
Noteer per karakter:
karakter (a) (b) (c) (d) (e) voorbeeld 1 當 田 102 8 dāng 'dienen' voorbeeld 2 法 水 85 5 fǎ 'wet' 1. 語 2. 很 3. 機 4. 相 5. 熱 6. 靈 7. 狗 8. 邊 9. 龍 10. 事
Week 3 (9 mei) / Uitspraak en transcriptie |
![]() |
![]() |
|
![]() |
![]() |
16. Lees het opgegeven materiaal en noteer alle vragen en problemen bij de inhoud van tekst, figuren en tabellen.
17. Wat is gemakkelijker voor een drukker: Pinyin of Wade-Giles? En voor een online tijdschrift?
18. Met behulp van Appendix D in GM zijn tussen drie transcripties de verschillende spellingen in elkaar om te zetten, met andere woorden: te converteren.
Converteer de volgende Wade-Giles-spellingen in het Pinyin:
pang3, kung1, ch'üeh4, jang4, li2-chieh3, i3-ching1, yen3-ching1, .pa, hsiang2, shang4, yu3, yü3
19. Hoe gebruikt het Wade-Giles de letters j, h en r ? Vergelijk het gebruik van deze drie letters in het Pinyin. Gebruik in alle gevallen precieze termen voor de bijbehorende klanken.
20. Maak je eigen regels: formuleer zelf (dus: opschrijven!) minstens twee conversie-regels van Wade-Giles naar Pinyin (andersom mag ook, maar is vaak minder practisch). Probeer deze regels zo algemeen mogelijk te maken, dat wil zeggen: zodat ze op zoveel mogelijk lettergrepen tegelijk slaan.
![]() |
![]() |
![]() |
![]() |
![]() |