LAPP-Top 2005-2006

Terra incognita / Taal en schrift

Jeroen Wiedenhof

tijd en plaats


maandag 6 maart en maandag 13 maart
Witte Singel-Doelenterrein, Lipsiusgebouw, zaal 147


inhoud

 
TAAL        Verreweg de meeste Chinezen spreken het Mandarijn als moedertaal. En wie in China thuis geen Mandarijn spreekt, leert het op school als tweede taal. De taal is de laatste tijd flink gegroeid: inmiddels zijn er circa een miljard sprekers. Op 6 maart gaan we nader in op deze wereldtaal.
 
SCHRIFT        Het Chinese schrift is meer dan 3000 jaar oud. Het heeft in de loop der tijden de nodige veranderingen in vorm ondergaan, vooral door het gebruik van nieuwe schrijfmaterialen. Toch is de opbouw van Chinese karakters vrijwel ongewijzigd gebleven. Op 13 maart bekijken we hoe dit intrigerende schrift werkt.


voor maandag 6 maart 2006

Tekst

"Onderschikking" = hoofdstuk 3 (pp. 65 t/m 75) uit Jeroen Wiedenhof, Grammatica van het Mandarijn, Amsterdam: Bulaaq, 2004.

Leeshulp

Als hulp bij het lezen zijn hieronder enkele termen uit de tekst toegelicht.

p. 66

"gesproken corpus"

een verzameling geluidsopnames van gesprekken tussen moedertaalsprekers

p. 69

"speciaal prosodisch patroon"

Prosodisch wil zeggen: tot de prosodie behorend. Prosodie is het gebruik van volume (hard en zacht), toonhoogte (hoog en laag) en tempo (langzaam en snel) bij het spreken. Prosodie komt in elke taal voor.

p. 73

"object"

Een object is een lijdend voorwerp, dat wil zeggen: de zaak die de werkwoordshandeling ondergaat, zoals borden in borden wassen en cake in cake eten.

Opdrachten

schriftelijk voorbereiden!

1.  Lees de tekst en neem vragen en aantekeningen hierover mee naar de klas.

2.  Onderaan p. 65 staan acht voorbeelden van onderschikking in het Mandarijn. Op p. 66 wordt uitgelegd dat bepalingen in deze taal altijd voorafgaan aan de kern. Kun je nu herleiden hoe je de volgende uitdrukkingen in het Mandarijn zegt?

a.  verhalen

b.  snel

c.  traag

d.  China

e.  kom

3.  Vertaal in het Mandarijn op basis van §§ 3.1-3.3:

a.  Franse verhalen

b.  de oudere zus van vader

c.  een interessante moeder

d.  de inkt van de Chinese vriend

4.  Op p. 69 staan vier voorbeelden van achterplaatsing in het Nederlands.

a.  Spreek deze zinnen hardop uit en en ga na of je een daling in de toonhoogte kunt horen.

b.  Zo ja: hoe groot is het interval ongeveer? Zo nee: laat iemand anders de zinnen uitspreken en luister opnieuw.

5.  Volgens de voorbeelden 3.15 en 3.16 heeft het Mandarijn twee verschillende uitdrukkingen voor 'witbrood' en 'wit brood'. Hoe zit dat in het Nederlands?

a.  Spreek de Nederlandse uitdrukkingen witbrood en wit brood hardop uit. Is er een verschil in de uitspraak?

b.  Is er een betekenisverschil?

c.  Is er een verschil in het schrift?

6.  Vertaal in het Mandarijn op basis van §§ 3.5-3.6:

a.  het witte aapje

b.  de witte kleur van het aapje

c.  het gegeten witbrood

d.  een buitengewoon goede vriend


voor maandag 13 maart

Tekst

"Eigenschappen van het Chinese schrift" = §§ 12.3.1 en 12.3.2 (pp. 318 t/m 329) uit Jeroen Wiedenhof, Grammatica van het Mandarijn, Amsterdam: Bulaaq, 2004.

Opdrachten

7.  Lees de tekst en neem vragen en aantekeningen hierover mee naar de klas.

8.  Onderaan p. 319 staan de volgorde-regels voor het schrijven van de strepen van een Chinees karakter. Zie voor een voorbeeld van meer ingewikkelde karakters ook de streepvolgorde in het woord Hélán 'Nederland'.

Schrijf nu zelf de volgende karakters met de correcte streepvolgorde.

a.   nián 'jaar'

b.   lái 'komen'

c.   de 'OND' (= onderschikkingspartikel, zie 21 maart)

d.   zuò 'doen, maken'

e.   suì 'jaar' (van leeftijd)

9.  In § 12.3.2 wordt uitgelegd hoe Chinese karakters kunnen bestaan uit klank- en betekeniscomponenten. De volgende karakters bevatten elk één klankcomponent en één betekeniscomponent.

Deze karakters staan in een willekeurige volgorde. Ze hebben de volgende uitspraken en betekenissen, in alfabetische volgorde:

     uitspraak betekenis
     
   1. 'steenpuist'
   2. 'bijl'
   3. líng 'klein rijtuig'
   4. líng 'Siberische stekelnoot'
   5. líng 'vermagerd, uitgemergeld'

Vergelijk de vijf karakters eerst met de voorbeelden uit de tekst op pp. 325 & 327-328.

a.  Eén betekeniscomponent is niet in de tekst genoemd. Geef daarvan de grafische vorm en de vermoedelijke betekenis.

b.  Geef voor elk van de karakters de bijbehorende uitspraak en betekenis.


laatste wijziging 6 februari 2006


home