tweedejaars cursus 2003-2004

INLEIDING CHINESE TAALKUNDE / Taalkunde III

Jeroen Wiedenhof

algemene informatie


tijd en plaats


tweede semester, vrijdagen van 9:15u tot 11:00u
zaal 1166/003


handige hulpjes

 software  schrijfwijzer  talen van de wereld
 terminologie  gesproken materiaal  

inhoud, teksten en opdrachten

| 6 feb | 13 feb | 20 feb | 27 feb5 mrt12 mrt19 mrt2 apr | | 16 apr23 apr14 mei |


6 februari 2004

Onderwerpen van dit college


voor 13 februari 2004

Intro

Over taal worden de vreemdste dingen gezegd. Zo denken sommige mensen dat vrouwen teveel praten, en hoor je ook altijd zeggen dat de ene taal veel moeilijker is dan de andere. Laurie Bauer en Peter Trudgill verzamelden zulke misverstanden en stelden er in hun boek Language Myths een beter geïnformeerde kijk tegenover. We lezen daaruit twee passages: "Some Languages Have No Grammar", wat nog vaak over het Chinees gedacht wordt; en "Double Negatives Are Illogical", wat eigenlijk geen mythe is, maar meer een waarheid als een koe, die ook laat zien hoe goed onze taal gedijt bij het overtreden van de regels van de logica. Zo kun mensen dankzij hun taal tegelijkertijd naakt en niet naakt zijn.

Teksten
Opdrachten

schriftelijk voorbereiden! raadpleeg onze huisregels

1.  Lees de bijdrage van Bauer. Maak aantekeningen van eventuele vragen over of problemen met de teksten en neem deze mee naar het college.

2.  In de eerste alinea van p. 77 worden vier onderdelen van de taalkunde genoemd in termen van rules. Geef gangbare Nederlandse namen voor elk van deze onderdelen.

3.  "If Spelitzian had none of these, then when two speakers of this 'language' were talking, the listener would not know what the speaker intended." Aan de andere kant: echte talen "allow the precise communication of complex messages" (p. 79). Hoe precise is die precise communication precies?

4.  Onderscheidt het Nederlands dezelfde soorten 'wij' als het Maori? En hoe zit het met het Mandarijn?

5.  "If you hear the Spelitzian sentence for 'Give me some water,' you can be pretty sure you can use the same pattern for 'Give me some food.' " (p. 83). Bent u het hiermee eens?

6.  Over dezelfde passage: wat voor soort patterns zijn hier bedoeld?

7.  Lees de bijdrage van Cheshire. Neem ook hierover uw aantekeningen mee naar het college.

8.  Vertaal het gedicht op p. 113 in het Nederlands.

9.  Van wanneer dateert het laatste citaat op p. 113 ongeveer?

10.  In "Double negatives are illogical" komen verschillende talen aan bod. Kunt u die gegevens aanvullen met voorbeelden uit het Mandarijn?

11.  Luisteroefening: houd deze week de oren open en probeer een spreker van het Nederlands op een dubbele ontkenning te betrappen. Schrijf de hele zin zo precies mogelijk op; schrijf datum, plaats en context erbij.


voor 20 februari 2004

nieuwe collegezaal: 1166/003

Teksten
 
"Green ideas" (= hoofdstuk 11) en "Tweedledum and Tweedledee" (= hoofdstuk 14) uit Marina Yaguello, Language through the looking glass: Exploring Language and linguistics, Oxford: Oxford University Press, 1998, pp. 113-129 en 152-160. Zie map op collegeplank Wiedenhof.
 
Opdrachten

10, 11:  de laatste twee opdrachten zijn blijven staan van het vorige college.

12. Lees de tekst en neem uw aantekeningen hierover mee naar de klas.
Leestip: De teksten zijn kort, maar niet altijd even gemakkelijk. U krijgt deze week geen extra opdrachten, zodat u meer tijd heeft om deze hoofdstukken te bestuderen.


voor 27 februari 2004

Ter informatie

Afgelopen weekeinde is de Leidse Taalkunde-Olympiade gehouden.

Tekst

Yuen Ren Chao, "Ambiguity in Chinese". Uit Anwar S. Dil, Aspects of Chinese sociolinguistics: Essays by Yuen Ren Chao, Stanford: Stanford University Press, 1976, pp. 293-308. Oorspronkelijk verschenen in Søren Egerod en Else Glahn, red., Studia serica Bernhard Karlgren dedicata, København: Ejnar Munksgaard, 1959, pp. 1-13.

Boek vermist: Anwar S. Dils verzamelbundel is in de catalogus van de Leidse UB te vinden onder de signatuur (= plaatsingscode) "SINOL 1.800.101", maar helaas is het boek verdwenen. De tekst in de map komt uit mijn privé-exemplaar; ik zal dit boek meenemen naar het college.

Opdrachten

13.  Lees de tekst en neem uw aantekeningen hierover mee naar de klas.

14.  Verzamel of bedenk gevallen van (a) synonymie; (b) homonymie; (c) polysemie. Schrijf steeds apart de vorm en de betekenis op: let daarbij op de transcriptie. Zoek twee gevallen per taal voor het Nederlands, voor het Mandarijn en een derde taal naar keuze.

Als u de gevallen niet bedenkt maar verzamelt: schrijf de hele zin zo precies mogelijk op; schrijf datum, plaats en context erbij.

15. Zoek via internet (bibliotheekcatalogi, zoekmachines) antwoord op de volgende vragen:

16. Hoe heet het transcriptiesysteem dat Chao in dit artikel gebruikt? Waarom gebruikt hij niet gewoon Pinyin?

17. Zijn de volgende paren van uitdrukkingen voorbeelden van

a. wat Chao skewed relationships noemt; of

b. homonymie; of

c. polysemie; of

d. geen van deze drie gevallen.

Uitsmijter

Hoe zou de volgende zin ontleed kunnen worden?

"Vier jaar geleden nodigt Gerard Bakker Edgar uit om zijn kunsten te komen vertonen bij Scylla als Edgars' zus via de NTTB op zoek is naar sportief onderdak voor haar bijna dagelijks huilende broer die maar één ding wil: tafeltennissen."

Hint: zie het goud van Scylla.

voor 5 maart 2004

Mededeling

In verband met de slechte opkomst op 27 februari is opkomst op 5 maart verplicht voor iedereen die dit semester nog wil deelnemen. Bespreking stand van zaken om 9:15u, zaal 1166/003.

Tekst

"The neutral tone" = hoofdstuk 7 van Chin-Chuan Cheng, A synchronic phonology of Mandarin Chinese, Den Haag: Mouton, 1973, pp. 54-83.

Zelf uit de bibliotheek opvragen en onderling kopieerafspraken maken!

Opdrachten

14.  Opdracht 14  is blijven staan van de vorige keer.

18.  Lees de tekst en neem uw aantekeningen hierover mee naar de klas.

19.  Transcribeer de acht uitdrukkingen van voorbeeld (101) in Pinyin.

20.  Bedenk zelf vier voorbeelden van het soort tegenstelling dat in voorbeeld (101) wordt geïllustreerd.

21.  Wat is de technische naam van dit type tegenstelling? Is dit een fonetisch of een fonologisch verschijnsel? Waarom is deze notie zo belangrijk voor de beschrijving van menselijke talen?


voor 12 maart 2004

Tekst

Zie 5 maart

Opdrachten

22.  Maak van de twee uitspraken die Cheng geeft voor het Mandarijnse woord voor 'radio' twee toondiagrammen met op de horizontale as de tijd en op de vertikale as de toonhoogte.

23.  Wat wordt er bedoeld met de bewering dat voorbeelden (119a) en (119b) "bisyllabic rather than compound words" zijn?

24.  Van voorbeeld (119c) wordt op p. 61 gezegd dat "both constituents are nouns, and both mean 'eye'". Geef hierop commentaar op basis van uw eigen kennis van het Mandarijn.

25. Op p. 65 staat "Unfortunately we have no other conclusive evidence to support this claim". Waarom zou dat jammer zijn?

26. "Normally only low vowels in unstressed syllables are reduced to schwa" (p. 65): noem hiervan drie voorbeelden die niet in de tekst staan. Geef van elk voorbeeld de transcriptie in Pinyin en de betekenis.

27. In (156) wordt de volgende regel gegeven: "   o / u___+ ". Daarbij geeft het teken + een morfeemgrens aan. Schrijf in een gewone Nederlandse zin op wat regel (156) betekent.

28. Taalkunde bedrijven is ook: constant de oren open houden. Ga na welke gesproken uitdrukking (dus geen schriftelijke bronnen!) u deze week in het Nederlands tegenkomt die u nog niet kende. Transcribeer daarvan:

a. de vorm;

b. de betekenis; en

c. de context waarin u de uitdrukking hoorde.


voor 19 maart 2004

Tekst

Perry Link & Kate Zhou, "Shunkouliu: Popular satirical sayings and popular thought". Perry Link, Richard P. Madsen en Paul G. Pickowicz, redactie, Popular China: Unofficial culture in a globalizing society, Lanham: Rowman & Littlefield, 2002, pp. 89-109 en 301-304.

Opdrachten

28.  Opdracht 28  is voor een aantal studenten blijven staan van de vorige keer.

29.  Lees de tekst en neem uw aantekeningen hierover mee naar de klas. Dit college bevat een stevige taalverwervingscomponent: kijk dus goed naar alle Chinese originelen op pp. 301-304. Zoek uitspraak en betekenis van onbekende karakters op; vergelijk de vertaling en kijk of u de Chinese zinnen dan begrijpt. Zo niet, geef dan op college aan waar de problemen zitten. Gezien de voorbereidingstijd die dit vergt zijn er dit keer geen aparte opdrachten over de tekst.

30.  Uitsmijter: op het billboard bij de bushalte tegenover de universiteitsbibliotheek op de Witte Singel staat de volgende reclametekst.

  • Wat is het Franse woord voor Londen?
  • Wat is het Franse woord voor Parijs?
  • Herschrijf de zin zodanig dat deze taalkundig informatief wordt; let daarbij op een consequente transcriptie.
  • In welke taal zou het citaat oorspronkelijk geschreven zijn?
  • Waarom staat deze reclame er juist nu?
   

voor 2 april 2004

Tekst

Zie 19 maart

Opdrachten

Zie 19 maart

31.  Raadsel: Hoe zegt men 'meneer Zapatero' in het Spaans?


voor 16 april 2004

"Introduction" en "Phonology: The Cantonese sound system" uit: Stephen Matthews & Virginia Yip, Cantonese, A comprehensive grammar. London: Routledge, 1994, pp. 1-30.

Zelf uit de bibliotheek halen en onderling kopieerafspraken maken!

Opdrachten

32.  U heeft in het eerste semester inleidende teksten over fonetiek en fonologie gelezen. Kijk die zo nodig nog eens na.

33.  Wat was ook weer de taakverdeling tussen de fonetiek en de fonologie?

34.  Maak een diagram met op de horizontale as de tijd en op de vertikale as de toonhoogte. Teken daarin de tonen ("basic tones") van het Kantonees.

35.  Zijn "g" en "gw" fonemen? Zo nee, hoe zou u hun functie dan omschrijven?

36.  Zijn "basic tones" fonemen? Zo nee, hoe zou u hun functie dan omschrijven?

37.  Zijn de tonen die onder "tone change" behandeld fonemen? Zo nee, hoe zou u hun functie dan omschrijven?

Werkstuk

38.  Bedenk een of meerdere onderwerpen voor een werkstuk en lever dit/deze schriftelijk op het college in. Vermeld naam, collegekaartnummer en datum. U kunt daarbij eventueel al enige tekst inleveren, maar per onderwerp niet meer dan een half A4-tje. Tip: raadpleeg de schrijfwijzer!

 
Raadsels

39.  Wat zegt de dame op het plaatje letterlijk?

Bron: Marnix Rueb, "Haagse Harry", Haags straatnieuws, jaargang 9, nummer 4, april 2004, p. 20.

40.  Wat betekent hagenaar volgens uw woordenboek(en)?


voor 23 april 2004

Intro

Er worden allerlei vormen van Chinees in Nederland gesproken. Grote groepen Chinezen spreken een van de Yuè-dialecten, zoals het Kantonees; of één van Wú-dialecten, zoals het Wenzhounees. Deze week lezen we over een kleine groep Chinezen, de Hakka's, die in Nederland vrijwel allemaal uit Suriname afkomstig zijn. Het artikel van Tjon Sie Fat komt uit een bundel artikelen waarin de enorme verscheidenheid aan talen in Suriname tot in alle uithoeken wordt belicht.

illustratie uit Tjon Sie Fat 2002, p. 244: "Chinese man with Creole woman" (detail) 

  

Tekst

Paul Brendan Tjon Sie Fat, "Kejia". Eithne B. Carlin en Jacques Arends, red., Atlas of the Languages of Suriname. Leiden: KITLV Press, 2002, pp. 232-248.

Opdrachten

41. Kunt u erachter komen (1) of deze titel in de Leidse UB aanwezig is? (2) waar Carlin en Arends werken? en (3) wat KITLV betekent?

42. Lees de tekst en neem uw aantekeningen hierover mee naar de klas. Leestip: de term Sinitic language op p. 237 wordt uitvoerig toegelicht op p. 239.

43. Kunt iets vinden over de achtergrond van de auteur?

44. Welke Chinese talen behalve de bovengenoemde worden er nog meer door Chinezen in Nederland gesproken?

45. Van welke plek(ken) in China komen de meeste Chinezen in Leiden?

46. In de eerste paragraaf legt de auteur uit hoe hij de termen "Hakka" en "Kejia" onderscheidt. Wat hebben deze woorden met elkaar te maken? Wat is de letterlijke betekenis van deze termen? Waarom heten deze mensen en deze taal zo?

47. "Sranan" (p. 234): herkent u iets in dit woord? Waar komt deze taal vandaan? Op p. 236 wordt deze taal een "lingua franca" genoemd: wat is dat?

48. Wat wordt op p. 234 bedoeld met chain migration?

49. Op p. 235 wordt verteld dat "Kejia syntax and lexicon are rarely apparent in these letters". Hoe zou dat komen?

50. Wat is op p. 237 intra-ethnic communication? En wat zijn op p. 245 intrasentential switches?

51. Kunt u de titel van de afgebeelde krant vertalen?

52. Op p. 239 wordt de Language Atlas of China genoemd. Is daar een exemplaar van in Leiden?

53. Beschrijf in uw eigen woorden zo nauwkeurig mogelijk het verschil tussen [w] en [v] op p. 240. Hoeveel verschillende (dus: fonologisch contrasterende) lipklanken zijn er in het Nederlands? En in het Mandarijn? En wat wordt er bedoeld met "[ñ]" op dezelfde pagina?

54. "In Kejia the Middle Chinese yinshang and yangshang categories have merged, as well as the yinqu and yangqu categories" (p. 240). Waar is datzelfde ook gebeurd? Wat is nu eigenlijk het verschil in uitspraak tussen de -toon en de yángrù-toon? Volgt de hier gegeven nummering het "missie-systeem" of de academische notatie? -- zie eventueel uw grammatica-syllabus, p. 13.

55. Wat wordt er op p. 241 bedoeld met "the inchoative meaning of Surinamese Dutch gaan 'go' "?

56. Hoeveel leenwoorden staan er in voorbeeld (12) op p. 247?

Werkstuk

57.  In het tweede uur voegt Rint Sybesma zich bij ons. We spreken dan in twee groepen over de werkstukken:

58.  Details over het werkstuk:


voor 14 mei 2004

Practicum

59.  In het eerste uur een excursie langs de Leidse letterenopleidingen, onderzoeksinstituten en bilbliotheken op het gebied van talen die in China gesproken worden.

60.  Tot besluit: een extra gelegenheid om praktische problemen bij het schrijven van werkstukken te bespreken.


laatste wijziging 14 mei 2004


home