1. |
Waarom bel je leraar Hóu op? |
6. |
Ik vond het in Amerika leuk om naar Nederlandse muziek te luisteren. |
2. |
Mijn oudere broer is niet thuis. |
7. |
Ik praat morgen met de leraar Engels. |
3. |
We hebben in Leiden drie biertjes gedronken. |
8. |
Sorry, er is geen cola meer. Ik geef je een glas water, goed? |
4. |
Wat voor boeken las je in Italië? |
9. |
Mijn Amerikaanse vriend gaat volgend jaar ook naar China. |
5. |
Ze zijn vaak thuis aan het kletsen. |
10. |
Hij is aan het lezen en jij bent aan het schrijven, klopt dat? |
index grammaticacolleges
laatste wijziging: 8 november 2013 | home